Je bekijkt nu Met de camper naar Bretagne

Met de camper naar Bretagne

…Bretagne heeft een rijke geschiedenis vol mythen en legendes, middeleeuwse steden, een adembenemende natuur en een uitgestrekte kustlijn, gekenmerkt door de woeste golven van de Atlantische Oceaan..
Van de legendarische verhalen over koning Arthur tot de historische bouwwerken die de middeleeuwen weerspiegelen, de regio ademt geschiedenis.
Dit is een beschrijving uit een reisgids voor campereizen naar Bretagne. Daarnaast is het van belang te vermelden dat er een misverstand bestaat over de hoeveelheid neerslag in Bretagne.
Dit misverstand komt voort uit de Bretonse microklimaten die soms onvoorspelbaar zijn, maar vaak leiden tot korte buien gevolgd door heldere luchten.
Vele mensen sluiten deze regio dan ook uit als mogelijke vakantiebestemming.
In werkelijkheid valt er in Bretagne echter minder neerslag dan in Nederland.

We gaan op pad naar Bretagne..

Woensdag 7 mei. We gaan weer op pad! Drie weken vakantie vrij, en dit keer trekken we richting Bretagne. Na een warm afscheid van de buren en een snelle bandencheck bij de garage, zetten we de neus van de camper richting het zuiden. Het is nog fris buiten, vooral als de zon zich verstopt. Onderweg is het behoorlijk druk en rond lunchtijd zoeken we een fijne plek om te pauzeren en daarna rijden we door naar Arras, waar we rond drie uur aankomen op een ruime en schone camperplaats, op slechts een kilometer van het historische centrum. Een vriendelijke Fransman helpt ons met de elektra (altijd fijn), en als alles draait, zijn klaar voor de verkenning van de stad. En wat zijn we verrast! 
Het Grand-Place is werkelijk prachtig: omringd door flamboyante klokgevels die zo uit een schilderij lijken te komen. Ooit volledig verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar daarna steen voor steen weer opgebouwd. Ook het naastgelegen Place des Héros is indrukwekkend. Hier staat het imposante Hôtel de Ville, met rondom gezellige winkeltjes en uitnodigende eetgelegenheden. Je hoeft niet bang te zijn, dat er niets te eten valt. We lopen door sfeervolle straten met bijzondere gevels die ons doen denken aan de kleine KLM-huisjes. Na een fijne wandeling keren we terug naar de camper, maken wat te eten en sluiten de dag af met een kop koffie. Daarna? Lekker relaxen. Wat een heerlijke start van de vakantie.

Op naar Gerberoy…

Donderdag 8 mei… Na ons vertrouwde ochtendritueel – opstaan, ontbijten, koffie drinken – starten we de motor en trekken verder naar het zuiden. Vandaag staat Gerberoy op het programma, een van de plus beaux villages de France. We zijn benieuwd! Er blijkt een camperplaats op loopafstand van het dorp te zijn, dus die zetten in de navigatie. Bij aankomst is die helaas al vol, maar we wurmen ons op een – laten we zeggen – creatief plekje. Na de lunch trekken we onze wandelschoenen aan en klimmen we door het bos de heuvel op. En dan staan we ineens midden in een sprookje. Gerberoy is een plaatje. Het is 8 mei, Bevrijdingsdag in Frankrijk, dus iedereen heeft vrij.
Toch is het niet té druk, gewoon gezellig levendig. We slenteren door het dorp en worden op slag verliefd: rozen krullen langs muren en poorten, blauweregens klimmen tegen vakwerkhuizen omhoog. Het ruikt naar bloesem, het lijkt alsof je in een schilderij bent gestapt. De telefoon maakt overuren – alles is fotogeniek hier. Er zijn galerieën en terrasjes, en we kunnen het alleen maar beamen: alles wat er over Gerberoy geschreven wordt, klopt helemaal. Het is alsof de tijd hier heeft stilgestaan, maar dan op de mooiste manier. Via het gehuchtje Lachapelle-sous-Gerberoy wandelen we terug naar de camper, waar het een komen en gaan is van medereizigers. We koken iets lekkers – binnen dit keer, want het is wat fris – en sluiten af met een kop koffie. Daarna: voeten omhoog, boek erbij, en nagenieten. Wat een fijne dag.

Lyons-la-Forêt…

Vrijdag 9 mei… We worden wakker op de illegale plek op een heerlijk rustige camperplaats. Wat hebben we goed geslapen! Geen geluid behalve het zachte gefluit van vogels. Na een relaxed ontbijtje rijden we zo’n 40 kilometer zuidwaarts. Op naar Lyons-la-Forêt, een dorpje dat ook op de lijst van ‘plus beaux villages de France’ staat. We komen al vroeg aan op een kleine camping, Saint Paul, aan het water en vlakbij het dorp. De zon staat hoog aan de hemel en we klappen onze stoeltjes uit om ons over te geven aan het grote nietsdoen. We lunchen buiten in het zonnetje en dommelen daarna nog wat weg in de middagrust. Maar dan begint het toch weer te kriebelen en wandelen we naar het dorp.
Ook dit is een mooi plaatsje. Smalle straatjes met vakwerkhuizen in zachte kleuren en roze bakstenen, charmante theehuisjes, gezellige restaurantjes en knusse antiekwinkels. Midden op het dorpsplein staan de prachtige houten markthallen uit de 18e eeuw – imposant én sfeervol tegelijk. We lopen verder, langs de rivier de Lieure, richting de oude kerk van Saint Denis, gebouwd tussen de 12e en 16e eeuw. We nemen een bospad terug naar de camping en maken iets lekkers klaar. Wat een fijne dag. En wat een heerlijk plekje is dit.

Een mooie tocht op de fiets…

Zaterdag 10 mei. Van markt tot midden in de natuur Vandaag is er markt in Lyons-la-Forêt, dus we lopen verwachtingsvol het dorp in. Alleen… veel stelt het niet voor. Twee kraampjes staan er, dat is alles. Maar ach, de sfeer maakt veel goed. De terrassen zitten gezellig vol en het dorp bruist op zijn eigen rustige manier. We laten ons verleiden door het terras van de bakker en trakteren onszelf op een heerlijke brownie. Niet verkeerd voor een zaterdagochtend . We wandelen rustig terug naar de camping, waar onze fietsen al klaarstaan voor een tochtje. We fietsen op het gemak door het groene landschap en stoppen even bij het monument voor gefusilleerde soldaten – een stille plek met een indrukwekkende lading. 
Daarna fietsen we verder naar Les Amis de L’Abbaye de Mortemer. De oude abdij uit de twaalfde eeuw ligt er mysterieus bij. Het is een populaire plek met een museum en ruïnes, maar vandaag hebben we geen zin in een rondleiding. De zon schijnt en we fietsen verder via Lisors, Touffreville en Menesqueville. Wat is het hier mooi! Rustige weggetjes slingeren door bossen en velden en langs de kabbelende rivier La Lieure. In bijna elk dorpje doemt weer een bijzondere kerk op, vaak met zo’n karakteristieke leistenen toren. We maken een mooi rondje van ongeveer 35 kilometer en genieten volop van de rust en het landschap. Terug op de camping maken we een verse pasta met zelfgemaakte saus. Daarna een goed boek. Wat een mooie dag.

Mooie dag – vol afwisseling…

Zondag 11 mei. Zon, châteaux en een verrassende ontmoeting. De zon is er weer vroeg bij vandaag en doet meteen haar best. Wij doen lekker mee met ons vaste ochtendritueel: een rustige start, een goede bak koffie, en dan de fietsen op. Voordat we gaan komt de Turkse buurvrouw een bord met eten brengen, omdat ze het zout geleend had. Hoe lief is dat. We fietsen deze keer richting Lorleau, Beauficel en Lyons-la-Forêt. Het landschap is weer mooi– glooiende heuvels, velden vol kleur, en af en toe een slaperig dorpje. We fietsen naar Château de Fleury-la-Forêt en daarna door naar Château de la Fontaine du Houx in Bézu-la-Forêt. Beide kastelen zijn privébezit, dus we kijken van een afstandje. Maar dan gebeurt er iets onverwachts. Terwijl we staan te mijmeren bij het laatste Château, komt een vriendelijke dame met haar kleinzoon langs gewandeld. We raken aan de praat en tot onze verrassing nodigt ze ons uit om even op het terrein te komen kijken.De voorzijde van het Château is werkelijk prachtig – statig en een tikje romantisch vervallen. Ze vertelt dat het sinds 1815 in de familie is en dat ze elk jaar proberen iets aan onderhoud te doen. Wat een bijzonder moment. En wie zegt er nou dat Fransen stug zijn? We stappen weer op en fietsen terug richting camping, dwars door de velden vol tarwe, gerst en knalgeel koolzaad. Mooie dag – vol afwisseling, ontmoetingen en kleine verrassingen. Zo willen we er nog wel een paar.

Mont Saint-Michel…

Maandag 12 mei. Het heeft vannacht geregend, maar gelukkig hadden we alles al op tijd opgeruimd en droog binnen gezet. Vandaag staat er een reisdag op het programma, dwars door het binnenland richting Beuvron-en-Auge, een van de “plus beaux villages” van Frankrijk, net voor Caen. De route ernaartoe is prachtig. We slingeren tussen glooiende velden, groene heuvels en mooie en vervallen maar charmante huisjes. We zijn er allebei een beetje verliefd op, die oude stenen huisjes met hun scheve luikjes en verwilderde tuinen. In Beuvron-en-Auge vinden we een perfecte plek om te parkeren: een mooie camperplaats midden in het dorp en nog gratis ook tot 18.00 uur. Wat een luxe. We besluiten hier de nacht te blijven, maar als we het dorpje verkennen, merken we al snel dat het niet zo groot is.
Na een uurtje ronddwalen langs vakwerkhuisjes en het gezellige pleintje hebben we het eigenlijk wel gezien. We kijken elkaar aan – waarom zouden we niet meteen doorrijden naar Mont Saint-Michel? We gaan ervoor. Via Caen pakken we de A84 en rijden dwars door Basse-Normandie. En dan ineens, daar is-ie: Mont Saint-Michel, al van ver zichtbaar. Alsof we een ansichtkaart binnenrijden. Rond 18.00 uur komen we aan op “Camping Aux Pommiers” in Beauvoir, op zo’n vijf kilometer van het eiland. We worden vriendelijk ontvangen door een Nederlandse dame. De camping ziet er keurig uit en na het eten houden we het niet meer. We maken nog een avondwandeling langs de rivier, met uitzicht op het mooie eiland. Magisch. We kunnen niet wachten tot morgen.

Op de fiets naar het magische eiland…

Dinsdag 13 mei. De zon schijnt als we onze ochtendrituelen achter de rug hebben. We springen op de fiets, klaar voor het avontuur van de dag: Mont Saint-Michel! De rit is kort, en al snel stallen we onze fietsen netjes in de beugels vlak voor de brug. Alles is hier prima geregeld. We lopen over de speciaal aangelegde brug richting het eiland, met uitzicht op de vlakte waar het water komt en gaat. Het verschil tussen eb en vloed is hier groot en wordt deels geregeld door een slimme sluis. Onderweg zien we de eerste groepen wadlopers al hun tocht beginnen over het natte zand. Verder is het eiland nagenoeg autovrij, op de gratis pendelbussen na die van de enorme parkeerplaatsen naar het eiland rijden. Hoe dichter we bij de poort komen, hoe drukker het wordt. Rond half elf lopen we het eiland op en we zijn zeker niet de enigen. De terrassen zitten al goed vol, schoolklassen krioelen door de straatjes, en de eerste toeristen eten zelfs al een ijsje. We snappen het wel – het is prachtig hier – maar het is ook een tikje overweldigend. Het doet ons een beetje denken aan Carcassonne, met zijn middeleeuwse charme en hordes bezoekers. Toch laten we ons niet opjagen. We halen een plattegrond bij de informatiewinkel en slenteren daarna rustig door de smalle straatjes. Op een trappetje ploffen we even neer en kijken we naar de mensenmassa. De grootste drukte zit bij de abdij en de winkelstraat, de Grande Rue. Wat een bijzonder plek is dit toch. Helemaal als we lezen over de geschiedenis: in 966 vestigen zich hier benedictijnse monniken, nadat een heilige het eiland heeft bezocht. Rondom de abdij groeit een dorp, en door de stroom pelgrims wordt de kerk in de 11e en 13e eeuw flink uitgebreid. Tijdens de Honderdjarige Oorlog wordt het eiland versterkt om zich te verdedigen, en als de monniken uiteindelijk vertrekken, verandert het in een gevangenis. Pas in 1874 wordt de abdij gerestaureerd en opengesteld voor publiek. En in 1966 keren de monniken terug – ze zijn er sindsdien weer permanent aanwezig.
We dwalen nog wat verder, laten het allemaal rustig op ons inwerken en genieten volop. Wat een mooie dag, wat een mooie plek.

Zonnen, zwemmen en zonsondergang…

Woensdag 14 mei. Gisteravond ging het flink tekeer. Regen, onweer, zelfs hagel, maar als we ’s ochtends wakker worden, schijnt de zon alweer alsof er niets gebeurd is. Heerlijk! We hebben vandaag geen plannen, dus we starten rustig op. Na het ontbijt duiken we direct het verwarmde zwembad in. Mét glijbaan! Wat een luxe, zo voor de koffie al lekker zwemmen. De koffie schuiven we nog maar even op, want de ligstoelen bij het zwembad zijn té verleidelijk. We ploffen neer en genieten van de zon, de rust en het vakantiegevoel. Na de lunch op de fiets om even wat boodschappen te doen. Klein fietstochtje van 10 km. Aan het begin van de avond, na het eten, krijgen we nog zin in iets lekkers en fietsen richting het eiland, gewoon voor een ijsje en om even van de rust te genieten. Wat een verschil met overdag! Het dorp is bijna uitgestorven en ziet er nu echt middeleeuws uit. We dwalen door de stille straatjes, zonder de drukte van dagjesmensen. Je “mist” ze bijna, maar wat is dit ook fijn. De zon zakt langzaam richting de horizon en we zien een mooi plekje uit om dit magische moment te bekijken. De lucht kleurt goud en roze – het is adembenemend. Als de zon echt onder is, fietsen we terug naar de camping, met nog een laatste blik op het silhouet van Mont Saint-Michel.

Le Mont Saint-Michel, wat ben je mooi…

Donderdag 15 mei. Vandaag is het rustdag. We slapen een beetje uit en starten de dag op ons gemak. De zon schijnt, het is heerlijk weer, dus we besluiten lekker te gaan zwemmen. In de middag begint het toch te kriebelen en stappen we alsnog op de fiets. We fietsen langs de rivier rustig naar Pontorson. Het dorp zelf is niet heel bijzonder, maar natuurlijk staat er weer een kerk—die kunnen we niet overslaan. We slenteren even rond en genieten van het Franse dorpsgevoel. Op de terugweg besluiten we dat we nog één keer een ijsje móeten halen op Le Mont-Saint-Michel. Het uitzicht blijft indrukwekkend, hoe vaak we het ook zien. Met een ijsje in de hand kijken we nog een keer uit over het water en het eiland. Terug op de camping duiken we de keuken in. We koken iets simpels, maar lekker.

Door naar Dinard…

Vrijdag 16 mei. We pakken de boel weer in en rijden verder richting Dinard, naar “Camping La Touesse”. Het is een kort ritje van zo’n 60 kilometer. De zon schijnt, en er waait een frisse noordenwind. Gelukkig merken we daar weinig van en als we eenmaal op de camping zijn, we worden vriendelijk ontvangen,  vinden een mooi plekje uit de wind. Perfect! De camping is mooi aangelegd, schoon sanitair en een zwembad dat zowel verwarmd als verfrissend koud is. We voelen ons meteen thuis. ’s Middags trekken we de wandelschoenen aan en lopen we in een paar minuten naar het strand, slechts 300 meter verderop. Wat een prachtige baai! Mensen zwemmen en een paar durfallen zijn aan het kitesurfen. Via een schitterend rotspad langs de kust wandelen we richting Dinard. De uitzichten zijn fantastisch, met om elke bocht weer een mooi nieuw plaatje. Na zo’n zes kilometer komen we aan in het centrum van Dinard. De statige Bretonse villa’s aan zee zijn net schilderijen van vroeger. Het voelt als een chique badplaats uit vervlogen tijden, compleet met oude kleedhokjes aan de boulevard. We trakteren onszelf op een lekker ijsje en wandelen daarna op ons gemak weer terug naar de camping. 

Een prachtige kustwandeling…

Zaterdag 17 mei. De zon schijnt al als we opstaan, maar er drijven wat wolkjes binnen. Zodra die voor de zon schuiven, voelt het meteen een stuk frisser. Fietsen in de wind lijkt ons vandaag wat minder aantrekkelijk, en kiezen we voor een wandeling langs de ruige kust, maar deze keer de andere kant op. Er liggen twee charmante plaatsjes op loopafstand en het pad slingert prachtig langs de kustlijn. Het weer wordt wat grijzer, maar het uitzicht blijft indrukwekkend. We lopen langs een inham waar normaal boten dobberen, maar nu ligt alles droog. De boten staan schuin op het zand, alsof ze even pauze nemen tot het tij weer keert. Een gek gezicht, maar leuk om te zien. Op het strand ploffen we neer voor een drankje. Families picknicken gezellig op kleedjes, terwijl kinderen vrolijk spelen in het zand. Daarna wandelen we verder door het dorpje Saint-Lunaire. Leuk, maar we merken al snel dat de kust toch meer onze aandacht trekt. Gelukkig breekt de zon weer door op het juiste moment voor de lunch: we vinden een mooi plekje op een bunker boven de zee. Het uitzicht is geweldig . Naarmate we verder wandelen, wordt de kustlijn steeds ruiger. Bij de golfbaan is het echt op z’n mooist. Rotsen, kliffen en mooie uitgestrekte vergezichten. In de getijdenpoelen speuren mannen naar mosselen en oesters, alsof ze weten waar de schatten liggen. Op de terugweg kiezen we een route iets verder landinwaarts. We wandelen langs statige huizen die ons het Engeland gevoel geven. Voldaan eindigen de wandeling weer op de camping. 

Markt in Saint-lunair.

Zondag 18 mei. De ochtend begint rustig. Overal om ons heen vertrekken campers, maar wij hebben de tijd. Lekker ontbijten in het zonnetje. Gisteren zagen we in Saint-Lunaire borden met parkeerverboden voor zondag tot 15.00 uur. Grote kans dat er markt is. Even checken, en ja hoor—markt! We springen op de fiets. Het is gezellig druk rond de kerk en de markt is verrassend groot. Kramen vol geuren, kleuren en lekkere dingen. En dan ruiken we het: crêpes! Die met suiker kunnen we niet weerstaan. Warm, zoet, simpelweg perfect. Na een rondje slenteren en kijken fietsen we terug naar de camping. We willen tussen de middag eten, dus effe groenten snijden en bereiden met saus, voor een heerlijke maaltijd. Daarna is het tijd voor wat actie op het scherm—Verstappen racet, en dat Berry natuurlijk niet missen. Na de race hebben we weer zin in wat zoets (hoe kan het ook anders), dus op de fiets naar Dinard voor een ijsje. Wat een zwaar leven hebben we toch! We slenteren tijdens de avondzon over de Pointe du Moulinet, het uitzicht op de oude binnenstad van Saint-Malo is prachtig zeker met dat gouden licht, en door de winkelstraat waar leuke boetiekjes en galeries onze aandacht trekken. Als de zon langzaam zakt, fietsen we terug naar de camping. 

Op de fiets naar Dinan…

Maandag 19 mei. We beginnen de dag rustig. Geen haast, gewoon op ons gemak wakker worden. We nemen een duik in het verwarmde zwembad en ploffen daarna neer op een strandbedje in de zon, heerlijk. Na een lekkere maaltijd in het zonnetje stappen we op de fiets, op naar Dinan, zo’n 25 kilometer verder naar het zuiden. De route is verrassend makkelijk: vrijwel kaarsrecht over de voie verte. Heerlijk fietsen zonder al te veel verkeer, gewoon kilometers maken door het groene landschap. Dinan doemt op als een middeleeuwse verrassing. Het stadje ligt schilderachtig aan de rivier de Rance, en zodra we binnenfietsen, voelen we de geschiedenis. De vakwerkhuizen met hun puntgevels vertellen verhalen van eeuwen geleden. In de smalle straatjes zien we oude sporen van het ambacht. Tegenwoordig zijn het vooral leuke winkeltjes, kleine galeries en gezellige cafés. Het is jammer dat het maandag is, want veel winkels zijn gesloten. Toch maken de etalages met smaakvolle decoratie en kunst veel goed. We slenteren door de straatjes, dwalen wat rond, kijken onze ogen uit, en natuurlijk hoort daar ook weer een ijsje bij. Na deze indrukken, stappen we weer op de fiets, terug naar de camping.  Wat is Bretagne toch mooi.

Op ontdekking in Saint-Malo

Dinsdag 20 mei. Als we wakker worden, is de lucht grijs en bewolkt. Dat zijn we eigenlijk niet gewend hier. Vandaag staat een uitstapje met de boot naar Saint-Malo op de planning. Het tochtje duurt maar tien minuten, maar wat een verschil als onderweg de zon ineens doorbreekt. De oude ommuurde stad ligt te stralen in het licht en het ziet er meteen een stuk vriendelijker uit. Via een van de stadspoorten klimmen we naar boven, de stadsmuur op. Je kunt helemaal rondom lopen, en dat doen we dan ook. Vanaf boven hebben we een prachtig uitzicht over de daken, de zee en de kronkelende straatjes beneden ons. Halverwege besluiten we de muur even te verlaten voor een bezoekje aan de markthal. Helaas zijn we te laat; de markt is afgelopen en de hal staat leeg. Geen geuren van kaas of vis vandaag. We dwalen verder door de stad en komen uit op een charmant pleintje met gezellige terrasjes. De sfeer is relaxed, mensen zitten te genieten op het terras. In de smalle straatjes vinden we leuke winkeltjes en kleine galeries. We stappen ook even binnen in de kathedraal – sober van buiten, maar van binnen echt prachtig met prachtige glas in lood ramen. Na wat geslenter klimmen we weer de muur op voor het laatste stukje rondgang. Saint-Malo weet ons te verrassen; wat is Bretagne toch veelzijdig. Voor we terugvaren, willen we nog één ding proberen: Kouign-amann, de lokale lekkernij. Het is een soort boter-suiker-koek, knapperig van buiten, zacht van binnen, en ronduit verrukkelijk. Bij de haven zien we nog een groepje mannen en vrouwen dat een andere variant van jeu de boules speelt. Het blijkt Boule bretonne te zijn, een soort kruising tussen boules en biljart, gewoon op de grond. We blijven even staan kijken. Net als de rest van de dag: verrassend en leuk. We varen terug met een voldaan gevoel. Wat een fijne dag.

Een miezerige maar nuttige dag

Woensdag 21 mei. Het regent. Wat is dit nu?  Dit hadden we niet besteld. Maar ach, een goed excuus om lekker wat langer in bed te blijven liggen. Geen haast, geen plannen, gewoon even niks. We maken we een ontbijtje klaar.  Daarna duiken we even het verwarmde zwembad in.  De rest van de ochtend rommelen we wat aan. We ruimen op, maken hier en daar wat schoon – zo’n regendag blijkt ineens best productief te zijn. In de middag wagen we ons tussen de buien door naar buiten om boodschappen te doen. We vullen de voorraden weer aan en zijn daarna snel weer terug op onze plek. We besluiten om morgen verder te trekken, richting Fougères, een charmant dorpje zo’n 100 kilometer hier vandaan. De regen maakt het vandaag dan misschien wat somber, maar we hebben toch een nuttige dag. 

Zon, Fougères en parkeerplaatsplezier…

Donderdag 22 mei. Ja hoor, hij is er weer: die heerlijke zon! Wat een verschil met gisteren. Na een ontspannen ontbijtje pakken we de laatste spullen in en rijden we rond tien uur richting Fougères. Ik had er wat over gelezen en het leek me wel wat — charmant, groen en een middeleeuws. De rit verloopt soepel en we zijn er eigenlijk sneller dan verwacht. Alleen… de camping gaat pas om 15.00 uur open, dus 3 uur wachten. Tja, dan maken we er gewoon het beste van. We zetten de tuinstoelen uit op de parkeerplaats, zetten koffie, smeren een broodje en duiken met een boek in de warme zonnestralen. Wie heeft er een uitzicht nodig als je je hoofd toch in een verhaal hebt zitten?Als het eindelijk drie uur is, kunnen we inchecken. De camping blijkt een schot in de roos: ruim, groen, schoon en heerlijk rustig. Precies wat we zoeken. We installeren ons en gaan gewoon verder waar we gebleven waren: boek erbij, voeten omhoog, niks moet, alles mag.

Vestingverhalen en relaxen…

Vrijdag 23 mei.Vandaag gaan we op ontdekkingstocht in Fougères. Vanaf de camping wandelen we op ons gemak richting het centrum, een kleine twee kilometer. De zon komt steeds vaker door de bewolking heen en het is lekker rustig. We slenteren door het oude stadje en lopen verder naar de indrukwekkende vesting van Fougères. Zodra we het bouwwerk zien, staan we even stil en verbazen ons. Wat een enorm en mooi verdedigingswerk! Gebouwd tussen de 12e en 15e eeuw, verspreid over twee hectare, met dertien stoere torens en stevige muren die ooit helemaal omringd waren door water. We lopen er helemaal omheen, bewonderen de torens, en nemen de tijd bij meerdere uitzichtpunten. Elke hoek biedt weer een ander mooi plaatje. De knusse straatjes, de gevulde terrasjes , tot groene heuvels en dat met het machtige kasteel op de achtergrond. Geweldig. Als we terug zijn op de camping, ploffen we neer en genieten nog even lekker in de zon, boekje erbij en voetjes omhoog. 

Fougères, Wok en voorbereiden op vertrek…

Zaterdag 24 mei. Het is wat bewolkt vandaag, maar gelukkig blijft het droog. Perfect weer voor nog een rondje Fougères, besluiten we. In de middag wandelen we opnieuw het stadje in. En ja hoor, ook al zijn we er gisteren al geweest, we ontdekken weer nieuwe mooie plekjes. Kleine straatjes, verborgen hoekjes en uitzichten die we eerder gemist hebben. Deze stad verveelt niet. Op de terugweg komen we langs een wokrestaurant. Buiten staat al een rij mensen te wachten tot de deuren om 19.00 uur opengaan. Dat maakt ons nieuwsgierig. We schuiven gewoon aan. Binnen wacht ons een enorm buffet. Echt mega. Van sushi tot gefrituurde hapjes, van wokgroenten tot toetjes waar we keuzestress van krijgen. We kijken onze ogen uit. Iedereen loopt rond met overvolle borden en gek genoeg, alles lijkt op te gaan. Na een uitgebreid diner met volle buik wandelen we terug naar de camping. Tijd om de boel alvast op te ruimen, want morgen willen we vroeg vertrekken. Ook wordt er vannacht regen voorspeld, dus het is fijn als alles al klaarstaat. Berry sluit de dag af met een stukje Formule 1. 

Terug naar huis…

Zondag 25 mei. Om 8.08 uur zijn we er helemaal klaar voor. We rijden de poort van “Camping Paron” af, klaar voor de rit naar huis. Het is zondag, dus de snelweg is heerlijk rustig zonder vrachtverkeer. De camper zoeft over het asfalt en vreet de kilometers alsof het niks is. Onderweg krijgen we werkelijk alle soorten weer op ons dak: zon, wolken, een buitje, dan weer strakblauw. Onderweg wordt de race gekeken door Berry en we zitten lekker in de flow en voor we het weten, rijden we rond 18.00 uur Nuland binnen. Tijd voor een frietje, dat gaat erin als… nou ja, als friet na een lange rijdag. Heerlijk. Een uurtje later zijn we thuis. We ruimen de koelkast leeg, halen de kostbare spullen uit de camper, en dan… rust. Even zitten, even niks.
We kijken terug op een geweldige reis. Bretagne heeft ons echt verrast, met zijn ruige kusten, charmante stadjes en vriendelijke sfeer. En het weer! Beter konden we het niet treffen. We weten het zeker: hier komen we terug. Want er valt nog zoveel te ontdekken. 

Bretagne:    Meer dan de moeite waard.

 
 
 
 
 
 

Lees ook ons reisverhaal: Normandië