Je bekijkt nu Met de camper naar de Gorges du Tarn

Met de camper naar de Gorges du Tarn

Met de camper naar Gorges du Tarn.

 

Achteraf geschreven:

Voor het eerst zijn we vier weken op pad geweest met onze camper naar het zuiden van Frankrijk. De eerste paar dagen heerlijk aan zee in Agde. Daarna zijn we Canal du Midi gevolgd tot aan Carcassonne. Nadat we deze mooie oude middeleeuwse stad bezocht hadden zijn we de Causses ingetrokken naar Millau. Hier begon voor ons de Gorges du Tarn met sprookjesachtige dorpjes als: Riviere-sur-Tarn, Le Rozier, Les Vignes, Peyreleau, La Malene, Castelbouc, Florac en dan vergeet ik nog de helft. Een waar paradijs. We hebben genoten van elke minuut dat we er waren. Hier komen we beslist nog eens terug. Zeker als we met pensioen zijn.

 

Vertrek naar Langres

Vrijdag 5 juni . We hebben vier weken vakantie en vertrekken vandaag met onze camper naar Zuid Frankrijk. Het wordt vandaag de eerste tropische dag in Nederland van dit jaar, met temperaturen ver boven de dertig graden. Het zal een voorbode zijn. Uit voorzorg hebben we de motorairco van onze camper voor de vakantie nog laten checken, en ook hebben we een extra ventilator boven de tafel gemonteerd. We zijn er dus klaar voor. Rond negen uur vertrekken we. Via de A73 en de 61 rijden we door Duitsland naar Luxemburg. Het is een prettige route om te rijden, we vermijden zo Maastricht en het altijd drukke Luik. Natuurlijk maken we in Luxemburg een stop om te tanken en nemen we de tijd voor een kop koffie. Over de A30 gaan we verder. Het is rustig op de weg, we kunnen goed doorrijden. Metz en Nancy liggen achter ons als we Langres binnen rijden. We stoppen op Camping Navarra, de camping ligt naast het oude centrum van Langres. Als we een plekje hebben gevonden op deze doorreiscamping lopen we het centrum in. Langres is één van de vijftig mooiste steden van Frankrijk met twaalf vestingtorens, zeven poorten en bijna vier kilometer aan vestingmuren. We slenteren een stukje door de nauwe steegjes en zoeken een leuk terrasje om iets te gaan eten. We bestellen een heerlijke kipshoarma met frites en een ijsje toe. Langres ziet er vervallen uit. Ik zou zeggen: achterstallig onderhoud. De camping is echter perfect, het sanitair uitstekend en de ligging krijgt een dikke tien. We genieten van de zonsondergang en van deze eerste dag. Omdat we morgen weer een lange reisdag voor de boeg hebben gaan we op tijd naar bed.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Langres – Agde

Zaterdag 6 juni. Dit wordt onze tweede reisdag. Ook vandaag willen we zeshonderd kilometer rijden. Wilma heeft er zin in. Ze heeft haar roeping als trucker misgelopen. Camping Navarra ligt dicht aan de doorgaande weg, daarom is het voor veel mensen de ideale doorreiscamping op weg naar het zuiden, of op weg naar huis. De camping stroomt snel leeg en ook wij sluiten ons aan in de rij. Over het weer hebben we niets te klagen. We zijn blij met onze airco want het kwik loopt al snel op tot over de dertig graden. Om door te kunnen rijden nemen we de snelweg, dat daar een aardig prijskaartje aanhangt weten we. Maar tijd is natuurlijk ook geld waard, zo kunnen we op onze bestemming langer genieten. Aan het einde van de middag komen we aan in Le Grau dAgne. Het is een typisch klein vissersdorpje met leuke straatjes. De routeplanner zet ons af bij Camping Les Romarins, we hadden eigenlijk een andere camping op het oog. Maar de warmte en de lange rijdag doen ons snel besluiten om hier te blijven. Wat ook meespeelt is de zeer gastvrije ontvangst. De medewerker achter de balie spreekt Nederlands en heeft veel schik in zijn werk. Met het accent van Piet Paulusma vertelt hij ons alles over de camping en als hij ook nog een plattegrond onder onze neus uitspreid zijn we nog niet klaar. Hij vertelt ons over de vele bezienswaardigheden hier in de buurt: morgen markt, de stranden, Canal du Midi en nog veel meer. We hebben de laatste vrije plaats op de camping. Gezien het warme weer en natuurlijk voor onze Woody (poes) willen we een plek met veel schaduw. Dat lukt en het ligt ook nog eens naast het zwembad. Helemaal super. Als de camper staat nemen we eerst een duik, het zou bijna kunnen vanaf het dak van de camper. We halen de bakplaat uit de kast en maken een heerlijke maaltijd. Lekker kokkerellen in het laatste avondzonnetje op je eigen kampeerplek blijft toch wel heel bijzonder. De avond vliegt voorbij. Het dekbed kan van het bed. Welterusten.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Le Grau d’Agde – Le Cap d’Agde

Zondag 7 juni. Ondanks de warmte hebben we heerlijk geslapen. We hebben besloten om hier een paar dagen te blijven, dus doen we rustig aan. Als ik wakker wordt is Wilma buiten al bezig met het ontbijt. Ik bak een omelet met spek voor mezelf, heerlijk. Het is nu al warm en we maken ons op voor weer een dag boven de dertig graden. We gaan als eerste naar de markt. Op de fiets is dat slechts tien minuten. Als we in het centrum zijn lopen we eerst langs het water richting de pier. Het is aardig druk, iedereen is op zijn manier bezig met de dag. We slenteren over de markt en kopen vers fruit en wijn die rechtstreeks uit grote vaten getapt wordt. Wijn uit de streek. Het aanbod op de markt is groot, olijven, meloenen, tomaten, aubergines, vleeswaren uit de Montagne Noire, geitenkaas zoals de Pélardon of een van de andere verse streekproducten. Dat beloofd veel goeds voor de komende weken. Langs het kanaal fietsen we weer terug naar de camping. We gaan iets eten en zijn van plan om vanmiddag naar een naturistenstrand in Cap dAgde te fietsen. Als we met gevaar voor eigen leven naar Cap dAgde fietsen, er zijn geen echte fietspaden, vinden we het wel erg toeristisch worden. Grote hotels en winkelcentra sieren de kust. Het wordt hier ook wel het tweede St Tropez genoemd, maar daar twijfelen wij aan. Het is het allemaal net niet. Ook het naturistenstrand blijkt een groot – naturisten dorp – te zijn. Je kunt niet zomaar naar het strand je moet je inschrijven en legitimeren, dat kan niet de bedoeling zijn. Met onze broek aan fietsen we terug en laten ons onderweg verleiden bij een gelaterie. Het is hier een groot pret en waterpark. Niets voor ons. Eenmaal terug op de camping nemen we een duik in ons zwembad en maken een heerlijke maaltijd. De wijn van vanochtend smaakt prima. Het was weer een leuke dag.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

La cite d’Agde

Maandag 8 juni. Het is half negen als we wakker worden, de dag begint voor ons met een ontbijtje buiten. De camping heeft een rustige en gezellige uitstraling en alles is erg netjes en schoon. Een perfecte camping. Na onze dagelijkse ochtendduik in ons zwembad pakken we de fiets en gaan naar het oude centrum van Agde. Fietspaden zijn er niet, ze hebben wel trottoirs enigszins begaanbaar gemaakt voor fietsers, en met groene verf aangegeven. Voor we het centrum ingaan nemen we eerst een kijkje bij L`Ecluse Ronde het is een ronde sluis die Canal du Midi verbindt met de Herault. Schepen kunnen hier zelfs in draaien. De sluis werd in 1676 gebouwd en nog dagelijks doet hij zijn werk. Agde is een van de oudste steden van Frankrijk, het is ook een typisch kuststadje. Na een bakje koffie slenteren we gezellig door het centrum. Op de terugweg kopen we wat vers fruit en zoeken verkoeling op bij het zwembad. Later in de middag begint het te betrekken en komen donkere wolken verkoeling brengen. Als het ook nog begint te regenen moeten we gewapend met een paraplu de afwas doen. Gelukkig is het van korte duur. Vanavond kijken we hoe de reis verder gaat. De routekaarten komen op tafel, en we besluiten om langs Canal du Midi richting Carcassone te rijden en dan naar de Gorges du Tarn. Omdat het weer iets begint te regenen gaan we naar binnen, onze Woody vindt dat heerlijk, ze ligt te knorren op tafel. In de verte komt onweer opzetten. We duiken lekker ons bedje in. Woody vindt haar plekje op het voeteneinde.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

La cite d’Agde – Colombiers

Dinsdag 9 juni. Het heeft vannacht flink geonweerd enorme klappen vlak boven ons. Maar als we wakker worden is er niets meer aan de hand, het zonnetje lacht ons weer tegemoet. Het leven op de camping komt langzaam op gang, vrouwen gaan brood halen en mannen met grote kunststof handschoenen sjouwen met hun chemisch toilet. Ieder zijn ding. Wij gaan ons opmaken om weer te vertrekken, na het vaste ochtendritueel moet ook ik het toilet legen. We hebben alle tijd. Camping Les Romarins is een prima camping, alles goed voor elkaar en zeer gunstig gelegen. Ook is het een gezellige camping. Na het waterlozen en weer schoon water innemen vertrekken we richting Colombiers. We willen de loop van Canal du Midi volgen. Tussen Agde en Carcassonne een afstand van 126 kilometer, is het kanaal op zijn mooist. Je hoeft niet perse te varen om van het kanaal te genieten, lopen of fietsen langs het jaagpad is ook een belevenis. Eerst rijden we naar Beziers om naar – De sluizen van Fonserannes – te gaan kijken. Om een hoogte van 22 meter te overwinnen is hier een watertrap ontworpen over een lengte van 315 meter. Negen sluizen laten de schepen toe te dalen en te stijgen. Het is een indrukwekkend gezicht. Ook weer een beetje toeristisch maar vooruit. Vanaf half twee in de middag begint men met het laten dalen van de boten. We bekijken dit spektakel vanaf een bankje, ondertussen genieten we van onze picknick. Vanaf de sluizen lopen we een stuk langs het kanaal naar het oude aquaduct. Een heerlijke wandeling. Het wordt tijd om een camping te zoeken. Het wordt Camping Les Peupliers in Colombiers. Het is een eenvoudige camping met een mooi zwembad en dat is belangrijk in deze dagen. We zetten de camper op een mooi beschut plekje neer en nemen eerst weer een duik. Vanavond gaan we in Colombiers iets eten, het wordt een pizza aan de haven. Ook hier draait alles om Canal du Midi. De pizza is niet hoogstaand en ook het dorpje is zo dood als een pier, erg jammer. Eenmaal terug in de camper nemen we een borrel en duiken ditmaal het bed in.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Colombiers – Carcassonne

Woensdag 10 juni. Na een heerlijke nacht slapen is het dubbel genieten met een ontbijtje in het zonnetje en de voetjes in het gras. We rijden verder richting Carcassonne. Onderweg stoppen we in Capestang ook dit dorpje ligt aan Canal du Midi. Wat een leuk dorpje is dit, bij de plaatselijke VVV worden prima geholpen en met een stapel folders gaan we op pad. De jonge dame vertelt ook dat er vandaag markt is in het dorp. Dat is nog eens informatie. Het is een gezellig dorpje met leuke winkeltjes en terrasjes. Een kleine markt op het dorpsplein maakt het helemaal af. Dat hadden we eerder moeten weten, dan waren we gister iets doorgereden en hadden hier overnacht, er is namelijk ook een camping. Rond het middaguur rijden we weer verder naar Carcassonne. Onderweg vallen de enorme wijnvelden meteen op, we rijden net langs de rand van de Languedoc, het grootste wijngebied ter wereld. Achttien appellaties van de Languedoc strekken zich uit over 40.000 hectare. We maken een stop bij Ecluse de Fonfile . Ook deze drietraps sluis in de Midi ligt er betoverd bij. Het oude huis met mooie pasteltinten maken het plaatje compleet. We naderen Carcassonne. Onze eerste keus om te overnacht in Trebes op Camping LOmbre des Micocouliers valt in duigen omdat er op de camping geen plaatsen meer zijn met elektriciteit. We lopen toch een rondje over de camping en treffen er veel mopperende mensen aan. We besluiten om door te rijden naar Carcassonne en daar een camping te nemen. Het wordt Camping de la Cité. De eerste indruk is geweldig, grote plaatsen met elektra, super sanitair en het uitzicht op – La Cité de Carcassonne – die hoog boven de stad uitsteekt maakt het plaatje helemaal af. We hebben een pracht plaats, helemaal in de schaduw, lekker voor Woody. Als de camper staat fietsen we richting – La Cité de Carcassonne – . Het is de grootste middeleeuwse stad van Europa. De eerste indrukken zijn enorm. Morgen gaan we weer terug en zullen dan deze vestingstad verkennen. Na de Cité fietsen we richting centrum, ook Carcassonne is geen stad voor fietsers, wat een gedoe zeg. De hitte wint en we zoeken de beschutting van de camping weer op. De bakplaat doet weer zijn dienst en we brutselen een heerlijk maaltijd in elkaar, en dat in de schaduw van een paar grote platanen. De fles wijn die ik gekocht heb bij “Ecluse de Fonserannes” is geweldig. Voor de kenners: een Domaine La Baume, Merlot, 2013. Een mooie avond die eindigt met koffie en een borrel. Tot morgen.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Carcassonne – de Cité

Donderdag 11 juni. Woody maakt ons om half acht wakker, ze wil eten, we vinden dat nog wat te vroeg en blijven heerlijk liggen. Om negen uur staan we dan toch op. Vandaag gaan we naar de – La Cité de Carcassonne – . De bekendste bezienswaardigheid is de volledig gerestaureerde versterkte oude binnenstad, – Le Cité – genaamd. Het toerisme brengt heel wat geld in het laatje, maar brengt de stad ook schade toe. Slechte restaurants, waardeloze musea, dure hotels en idiote middeleeuwse souvenirs (plastic zwaarden en dito kruisbogen). Het lijkt of “Le Cité” zelf niet weet welke kant het op wil. De wandeling tussen beide vestingwallen geeft een prachtig zicht op de “Cité” . Erg indrukwekkend. Na een paar uur vinden we het mooi geweest en lopen de helling af terug naar onze fietsen die in de onderstad staan. Wilma vind het super en raakt er niet over uitgepraat, ze is zelfs emotioneel. Het is onwerkelijk mooi en imposant. Het staat niet voor niets op de Unesco werelderfgoedlijst. We moeten aan de kant springen voor een toeristentreintje dat de helling afkomt! Ook dat is Carcassonne! Canal du Midi doorkruist in Carcassonne het centrum. We fietsen naar de sluis in de haven. Als we aankomen varen er net twee boten met Japanners de sluis in. Het geklik van de camera`s is oorverdovend en ook steken mensen elkaar de ogen uit met hun selfiesticks. Prachtige oude gebouwen uit de 13e eeuw sieren de binnenstad. Balkons met mooie gietijzeren hekwerken en versleten houten luiken. Een stad met karakter. Vergeet niet dat Carcassonne, samen met Castelnaudary en Toulouse, de stad is van de cassoulet, een heerlijke bonenschotel. Je kunt dit gerecht wat geserveerd wordt in aardewerken schalen overal bestellen, en tegen zeer uiteenlopende prijzen. Variaties zijn er met lamsbout, patrijs maar ook met ingemaakt vlees en zelfs kip. Het ziet er zeer lekker uit. Als we boodschappen gaan doen voor het eten van vanavond koop ik alvast een blik met ingemaakt vlees en de witte bonen. Kan ik thuis eens proberen om een schotel te maken. Terug op de camping genieten we eerst nog van het mooie weer en gaan dan lekker eten. Als het eenmaal donker is lopen we er nog even uit om wat foto`s te maken van – La Cité de Carcassonne – die in de avond prachtig wordt aangelicht. Als we terug lopen begint het wat te druppelen. Zo hebben we alles gehad vandaag.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Carcassonne – Olargues

Vrijdag 12 juni. Om negen uur worden we wakker. Vandaag rijden we weer verder. Carcassonne was meer dan de moeite waard. Nog een keer lekker douchen op deze prachtige camping, wat is het hier allemaal netjes. Camping La Cité krijgt een dikke negen van mij. Nadat we de camper weer voorzien hebben van schoon water, het vuile water geloosd hebben en ook het toilet hebben geleegd verlaten we de camping en rijden richting Mazamet. We rijden over de D118 en komen door schitterende dorpjes het is een prachtige omgeving. Na Mazamet rijden we via St Pons naar Olargues. Dit ligt in het Regionaal Natuurpark Haut-Languedoc en is gekozen tot één van de 152 mooiste dorpen van Frankrijk. De directe omgeving van Olargues heeft een fenomenaal decor. Voeg daar de Romaanse brug, de Pont du Diable, aan toe en het plaatje is compleet. Olargues ligt in het bergachtige gedeelte van de Hérault en wordt omgeven door wijngaarden, kastanje- en kersenbomen. Het is vandaag niet heel erg mooi weer, het regent een beetje en de zon zit te vaak achter de wolken. Maar de omgeving waar we in rijden maakt veel goed. Volgens de boekjes is Olargues dus een van de mooiste dorpjes van Frankrijk en inderdaad het is schitterend. Nadat we de camper netjes op een parkeerplaats hebben gezet, lopen we het dorpje in. De “Pont du Diable” vrij vertaald de duivelsbrug doet ons denken aan de brug van Mostar. We maken een wandeling door het dorp en klimmen omhoog naar de ruïne van een oude kerk, het uitzicht is prachtig. Het is ook het dorp van de kersen, truffels en kastanjes. Net buiten het dorpje ligt Camping Le Baous. Het is een zeer eenvoudige camping en heerlijk rustig. We eten bij de camper en in de avond kijken we een filmpje op de laptop. Tevreden vallen we in slaap.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Olargues – Millau

Zaterdag 13 juni. Ik denk dat we een wekker moeten gaan zetten want we worden steeds later wakker. Op de camping staat nog een Nederlands echtpaar met een caravan en voor de rest een paar kleine tentjes en dat is alles. Wat een rust. Langs de camping loopt een fietspad: Voie Verte. Van Mazamet tot Bédarieux laat deze Voie Verte u in alle veiligheid de mooiste landschappen zien van de valleien van de Thoré in de Tarn en van de Jaur en de Orb in de Hérault. We nemen een douche, maken een ontbijtje en kijken hoe we verder gaan. Ons doel is om richting Millau te rijden en om vandaar de Tarn te volgen. Via de D907 rijden we naar Lacaune, onderweg stoppen we in La Salvetat sur Agout. Ook dit zou een heel mooi dorpje moeten zijn, ik zeg – moeten zijn – want het valt enorm tegen. De wandeling door het historisch centrum duurt nog geen vijf minuten. Bij de plaatselijke bakker halen we een lekker brood en iets voor bij de koffie. Zijn we toch niet voor niets gestopt. Het landschap maakt weer veel goed, via Lacaune, St Affrique komen we aan in Millau. Het viaduct van Millau overspant het grote dal en is daarmee een enorme blikvanger. Millau is gelegen bij de uitmonding van de Dourbie in de Tarn en is het belangrijkste toeristencentrum van de regio Tarn en Grands Causses. We willen een paar dagen op Camping Des Deux Rivieres gaan staan. De eerste indruk van de camping is goed, we worden netjes geholpen aan de receptie en mogen zelf een plaatsje uitzoeken. Dat vind ik altijd een pluspunt. We zetten de camper beschut door bomen aan de oever van de Tarn. Binnen een half uur zijn we gesetteld. We hebben geen zin om het centrum in te gaan en maken een pan heerlijke soep. Na het eten nemen we een ijsje op het terras waar je gratis wifi hebt en we zijn weer helemaal bij. De camping bevalt ons nu al prima, en we hebben nog een paar dagen, heerlijk.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Millau

Zondag 14 juni. Gisteravond was er geen plaats meer vrij op de camping, als we nu wakker worden en de vensters openen is de helft van de caravans en campers alweer vertrokken, en het is pas negen uur. Een flauw zonnetje lacht ons toe. Een paar dagen op Camping Des Deux Rivieres is geen straf. Een schitterende ligging in een prachtige omgeving. Alleen is het weer op dit moment wat minder. Maar dat mag de pret niet drukken. We ontbijten heerlijk buiten en genieten van de rust en het gezang van de vogeltjes. De Tarn kabbelt voorbij. Vandaag voor het eerst deze vakantie heb ik een lange broek aan. Op de fiets rijden we naar het centrum van Millau en gaan op zoek naar de plaatselijke VVV. Met de nodige informatie op zak lopen we een stuk door het oude centrum en gaan daarna weer terug naar de camping. De zon komt steeds vaker tevoorschijn, we pakken onze stoeltjes en gaan lekker zitten. De leesboeken komen op tafel en koffie. Wat een rust. Aan het eind van de middag komen er weer nieuwe kampeerders, enkelen blijven langer en de meeste zijn morgen weer vroeg weg. Het is een echte zondag. Op ons buitenkeukentje maken we een heerlijke maaltijd en genieten verder van de avond.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Millau – Viaduct Millau

Maandag 15 juni. Om acht uur worden we wakker, het moet niet gekker worden. Op de camping heerst alweer de bekende drukte. We maken een kopje thee en nestelen ons in onze tuinstoelen en slaan alles gade. Het is ook hier leuk om te zien hoe mensen allemaal verschillend bezig zijn met hun eigen dingen. Vrouwen met een klein wasje in een emmertje, mannen hebben iets met het chemisch toilet. Vrouwen die de matjes uit de caravan uitkloppen tegen een boom, mannen die met doekje voorzichtig de vliegen van hun motorkap afvegen. Vandaag willen we een stuk langs Tarn fietsen, onder het viaduct van Millau door naar het dorpje Peyre aan de andere kant van de oever. Maar eerst moeten ook wij onze dagelijkse dingen doen. Het weerbericht ziet er goed uit. We springen op de fiets en nemen de: Trace Verte Du Viaduc. Het fietspad loopt mooi langs de Tarn en gaat op en neer. Na enkele cols komen we bij: Le Viaduc de Millau. Wat een onvoorstelbaar bouwwerk. Gebouwd in drie jaar tijd. Het is zeer imponerend. Het viaduct bestaat uit acht overspanningen, ondersteund door zeven betonnen pijlers. De middelste stukken overspannen 342 meter, de uiterste overspanningen 204 meter. De brug ligt op 270 meter boven de rivier de Tarn. De lengte is twee en een halve kilometer. Er zijn zeven gigantische brugpijlers gebouwd, waarvan de hoogste 343 meter de lucht in reikt, iets hoger dan de Eiffeltoren. Dit is de hoogste brugpijler ter wereld. Het brugdek is 32 meter breed, en bevat twee rijstroken en een vluchtstrook in beide rijrichtingen. Het viaduct is de grootste voertuigenbrug in de wereld, bijna twee maal zo groot als de vroegere Europabrucke in Oostenrijk. De vrachtwagens die we voorbij zien rijden lijken wel Dinkytoys op die hoogte. We schieten de nodige plaatjes van dit enorme bouwwerk. Verder naar Peyre, gebouwd op de flank van een kolossale rots welke de rechter oever van de Tarn domineert. Het is moeilijk om niet te bezwijken voor de charme van dit dorp hangend aan de tufstenen klif met vele grotten. Vanaf onze zijde hebben we een mooi uitzicht. Twee grote keien nodigen ons uit om te gaan zitten voor een picknick. Het merendeel van de huizen zijn grotwoningen net als de Romaanse kerk, versterkt in de 17e eeuw. De smalle stenen straatjes met vele bloemen doen denken aan de mediterrane dorpen en bieden in de zomer een oase van koelte. Het is een uitgesproken verbazingwekkende plek. Voor ons Peyre, hangend aan de rotsen en rechts Le Viaduc de Millau, een wegdek hangend aan tuien. De vereniging tussen heden en verleden. Op de terugweg doen we in Millau wat boodschappen voor de bbq vanavond. Een flesje Cote du Rhône past daar perfect bij. Na het eten lezen we nog wat. Het was een mooie dag.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Millau

Dinsdag 16 juni. Vandaag maken we een wandeling door Millau, drinken koffie op een gezellig plein, lezen wat en maken plannen voor de verdere reis. Kortom: een heerlijke rustige dag.

Millau – Riviere-sur-Tarn

Woensdag 17 juni. Ondanks dat we op een gezellige camping staan met erg leuke buren gaan we tocht verder. Vandaag verplaatsen we de camper veertien kilometer, ik denk de kortste move ooit. En dat geeft ons ook de tijd om rustig aan in te pakken en deze mooie camping te verlaten. Camping Des Deux Rivieres ik zeg het nog eens, is een prima camping met nette voorzieningen op een mooie locatie. Na alle buren gedag gezegd te hebben rijden we eerst in Millau nog langs de Carrefour. Onze huishoudkastjes beginnen leeg te raken. Even snel door de winkel en langs het wijnrek. Als we alles weer onder controle hebben rijden we Parc Naturel Regional Des Grands Causses in. Toe maar. Ons plan is om de Tarn te volgen tot aan zijn oorsprong, of we dit ook gaan halen weten we nog niet maar je moet een doel hebben. Voor we het weten rijden we Riviere-sur-Tarn binnen. Het dorpje ligt aan de oever van de Tarn, naast zonrijke heuvels waar de krekels zingen en heerlijke kersen en druiven rijpen. Ook de wijnstokken van de uitstekende wijn “Côtes de Millau” rijpen hier. Op een parkeerplaats zetten we onze camper neer en lopen eerst naar het plaatselijke Offices du Tourisme ook hier worden we weer netjes geholpen. Bij een van de vele stalletje langs de weg kopen we vers fruit. Natuurlijk kersen en abrikozen. Iets buiten het dorp ligt Camping Le Peyrelade. Als we de afslag nemen zien we als eerste het zwembad liggen. Dat ziet er goed uit. Bij de receptie krijgen we wat nummers van plaatsen waar we kunnen gaan staan met onze camper, alle plaatsen zijn aan de Tarn. We zoeken een mooi plekje en even later staat de boel weer. Aan de oever van de Tarn met uitzicht op de westzijde van de Causse du Larzac, een enorm massief kalksteenplateau. Wat een mooi plekje. Voor de rest van de dag genieten we alleen maar van: de plek, het weer, het zwembad, het bubbelbad, onze boeken, de rust, het eten en van elkaar.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Riviere-sur-Tarn – Chateau de Peyrelade

Donderdag 18 juni. We worden wakker van het gezang van de vogeltjes. Het getjilp geeft ons meteen een lekker gevoel, buiten dekken we ons tafeltje voor een ontbijtje aan de oever van de Tarn. Vandaag trekken we de wandelschoenen aan en is ons plan om een wandeling te maken naar Chateau de Peyrelade. Het zijn overblijfselen van een middeleeuwse vesting, uitkijkend over de vallei en de Gorges du Tarn. De plaats wordt gedomineerd door een groot rotsblok in de vorm van een aambeeld met een hoogte van wel vijftig meter. Om daar te komen moeten we eerst een bospad omhoog klauteren. Vol goede moed beginnen we met de klim. Het is erg steil en je moet goed opletten waar je loopt. Het pad bestaat uit veel losse keien die in de loop der jaren naar beneden zijn gespoeld. Het mooie uitzicht onderweg maakt veel goed. We bezoeken het Chateau ofwel het kasteel van Peyrelade wat één van de belangrijkste vestingwerken was van de Rouergue. Door zijn strategische ligging controleerde het de vallei van de Gorges du Tarn. Een bezoek is meer dan de moeite waard, en de klim naar het Chateau ben je snel weer vergeten. Na onze rondgang door het kasteel met mooie en ook hachelijke momenten, smalle loopplanken en vrij zicht in de diepte lopen we terug naar Rivieres-sur-Tarn. Niet meer via het smalle steile pad zoals we gekomen zijn maar bergaf door landerijen en wijngaarden. Ook dit gaat niet zonder slag en stoot. We raken van de vaste weg af en komen midden in een kersenboomgaard terecht en moeten zoeken naar het juiste pad. Het is wel lekker kersen eten in de bongerd. Uiteindelijk is het mooie wandeling, nu lopen we dwars door de wijngaarden van “Domaine de la Cardabelle”. De stokken zitten al vol met Gamay, Cabernet en Syrah druiven. Al ploeterend komen we weer op de verharde weg uit. Het plan om een kijkje te nemen in de kelders van het domein laten we even voor wat het is. Bij terugkomst op de camping gaan we eerst een paar baantjes trekken en genieten daarna verder van de rust en het mooie weer. We eten van de grillplaat en pakken onze boeken. Buurman Piet komt vragen of we iets willen komen drinken. Piet en Helma stonden ook op de vorige camping in Millau naast ons. Natuurlijk nemen we de uitnodiging aan en kletsen we de hele avond over van alles en nog wat, en voor we het weten zitten we in de kleine uurtjes. Het is erg gezellig. Gelukkig hoeven we niet zo heel ver meer te lopen, dat hebben we al genoeg gedaan vandaag.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Riviere-sur-Tarn – Le Rozier

Vrijdag 19 juni. Heerlijk geslapen vannacht, misschien dat het iets te maken heeft gehad met de wandeling van gisteren of met de borrel bij de buurtjes. Nadat we gister de wandelschoenen hebben gepakt nemen we nu de fiets. Ons plan is om naar Le Rozier te fietsen en onderweg nog een paar stops te maken. Het fietsen op de grote weg valt hier reuze mee, weggebruikers houden goed rekening met ons. Er wordt zelfs richting aan gegeven als ze je inhalen. Dat geeft toch een veilig gevoel. Vandaag is het prachtig weer. Het eerste dorpje dat we aandoen is Le Rozier, de eerste indruk is gezellig, toeristisch en typisch Frans maar het had ook zomaar ergens in de Ardennen kunnen zijn. Dit dorpje aan de samenvloeiing van de Jonte en de Tarn telt slechts 150 inwoners. Hier ligt ook de grens tussen Lozere en Aveyron. Vanuit Le Rozier vertrekken veel wandeltochten, wij kiezen voor een gezellig terrasje met uitzicht op de Causse Mejean. Na de lekkere koffie lopen we naar Peyreleau. Langzaam beginnen we toch wel verliefd te worden op deze omgeving, wat is het hier mooi. Een geweldige rust, prachtige natuur en vooral dorpjes zoals Peyreleau geven je het gevoel terug te gaan in de tijd. Peyreleau ligt met haar kerk, een oude kantelentoren en haar woningen trapsgewijs en fabelachtig mooi op de heuvels van de Causse Noir. We klimmen via steile steegjes omhoog en genieten van alles om ons heen. Ook dit dorpje staat op de monumentenlijst. In ons reisboekje is hier niets van terug te vinden, schande. Boven genieten we van het uitzicht op Jonte en de Tarn. We lopen terug naar onze fietsen. Het volgende dorpje is Mostuejouls, maar voordat we daar zijn moeten we eerst een enorm steile heuvel opfietsen. Ik schaam me er niet voor om te zeggen dat we hier zijn afgestapt. Zelfs de wandeling met de fiets omhoog is pittig, ik verheug me al op de afdaling. Mostuejouls lijkt wel een spookdorpje, veel huisjes staan leeg en te koop. We dompelen ons onder in de middeleeuwen en ontdekken de geplaveide straatjes en verwarde huizen. Het kasteel uit de 11e eeuw is meer dan een foto waard. De afdaling is geweldig, kin op het stuur en de wind om de neus, dit maakt veel goed. Net iets voor de camping stoppen we nog bij “Cave de Peyrelade” een kaasfabriek, hier wordt een blauwschimmelkaas gemaakt “Bleu Des Causses”. We gaan naar binnen en niet allen de koelte valt op maar natuurlijk ook de lucht. We krijgen een video te zien over hoe men hier deze kaas maakt. Erg leuk moet ik zeggen. Natuurlijk mogen we proeven, en zo besluiten we om een stuk mee te nemen en kopen er ook een flesje wijn uit de streek bij. Dat wordt genieten. Wat een leuk uitstapje was dit.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Riviere-sur-Tarn

Zaterdag 20 juni. It’s a beautiful day, the sun is shining, i feel good, and no-one’s gonna stop me now, oh yeah. Song Freddy Mercury ooit. Met dit deuntje in mijn hoofd word ik wakker. Het past helemaal. Een mooie blauwe lucht ligt als een flanellen deken over de Gorges du Tarn. De blauwe periode van Picasso lijkt te herleven. We blijven nog een dagje op deze mooie camping. We vinden dat we dat wel hebben verdiend, een dagje helemaal niets, behalve lekker ontbijten, zonnen, lezen, zwemmen, een beetje in de jacuzzi zitten, windjes laten in het bubbelbad, flesje wijn, stukje blauwschimmel, kip op de gril en genieten. Viva La France.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Riviere-sur-Tarn – La Maléne

Zondag 21 juni. Na weer een heerlijke nacht geslapen te hebben op deze prachtcamping, gaan we er toch weer van door. Na een ontbijtje aan de Tarn zeggen we gedag tegen de buurtjes Piet en Helma. We maken gretig gebruik van de mooie faciliteiten om de camper te voorzien van schoon water en om het vuile water te lozen. We rijden de D907 op richting Les Vignes, de zon is er ook weer bij. Wat een mooie omgeving. We rijden door Le Rozier en stoppen bij La Sabliere om wat plaatjes te schieten van dit prachtig dorpje tegen de bergwand. Je kunt merken dat het zondag is, het is drukker op de weg maar ook op de Tarn is het drukker. De kanoverhuurders doen vandaag goede zaken. We genieten van de mooie route, het lijkt wel of we in Amerika door een canyon rijden. In Les Vignes stoppen we weer, vanaf hier tot aan La Maléne is het mooiste gedeelte van de Gorges du Tarn aldus de boekjes. We geloven het meteen, Wilma is erg onder de indruk en blijft foto na foto maken, gelukkig hebben we genoeg rolletjes bij ons. We nemen dan ook een camping halverwege dit mooie stuk. “Camping La Blaquiere”. We zoeken een mooi plekje, natuurlijk weer aan de Tarn, wat een genot. Als we weer netjes staan en heerlijk gegeten hebben is het tijd om de fiets te pakken en naar La Maléne te fietsen, over de D907. We zijn niet alleen, motoren, wielrenners, oude klassieke auto`s maar ook snelle jongens met open dak en dito dames scheuren ons voorbij. Je kunt hier goed fietsen, de weggebruikers houden goed rekening met je. Eerst nog een tussenstop bij La Croze, waar dikke kabels over het dal zijn gespannen voor de bevoorrading van dit oude gehucht. Bij de woningen die aan de overzijde liggen is nagenoeg niet te komen met normaal vervoer. Vandaar deze praktische oplossing. Vervolgens fietsen we door het smalste stuk van de Gorges, Les Detrouts genaamd. Schitterend. Om hier op de fiets dit te zien is geweldig, die snelle jongens missen veel. In het dorpje La Maléne maken we een wandeling, eten een ijsje en mengen ons tussen de toeristen. Ook hier draait alles om de kanoverhuur. Ook kun je hier op platbodemboten (Les Bateliers) de Tarn afvaren met een gids, het heeft een groot Efteling gehalte vinden wij. We kiezen voor een drankje op het terras voor we weer terug fietsen naar de camping. La Maléne is meer dan de moeite waard, ondanks de toeristische inslag. Vanavond eten we lasagne uit ons oventje en gaan op tijd naar binnen, Woody heeft ook aandacht nodig.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Du Pas De Soucy

Maandag 22 juni. Wat jammer nu, we zitten in de schaduw, het dal is hier zo smal dat het even duurt voor de zon zich in de ochtend laat zien. Je kunt ook niet alles hebben. Ondanks het gemis van de zon nu, weten we dat het de komende dagen heel mooi weer gaat worden in onze omgeving. En tot nu toe is het bijna alleen nog maar mooi weer geweest. Heerlijk. Vandaag gaan we op de fiets naar Du Pas De Soucy. We nemen zwemspullen, drinken en eten mee. Het is nog geen drie kilometer fietsen, Du Pas De Soucy is voor de kanovaarders een onneembaar punt. Grote rotsblokken die in het water liggen versperren de doorgaan, alleen het water kan zich een weg door dit spektakel vormen. Wat gebeurt met een enorme geweld en kracht, grote witte schuimkoppen geven het gevaar aan. Om dit spektakel nog beter te kunnen zien klimmen we na betaling van vijftig eurocent de belvedère op. Het uitzicht is super, het mooiste stukje van de Gorges du Tarn gevangen in één blik. Voor onze picknick zoeken we een plekje beneden aan de oever van de Tarn. Behendig laten we ons via een smal pad naar beneden zakken. We komen terecht op een zeer idyllisch plekje. In the – Middle of Nowhere – , met het geluid van stromend water, vogels die zich laten horen, het water kristal helder, grote vissen die voorbij zwemmen, een prachtig zonnetje, verder niemand te zien, kortom de ideale plek om te skinny dippen. In onze blote bips glijden we voorzichtig de rotsen af het water in, even voelen wij ons Brooke Shields en Christopher Atkins uit de Blue Lagoon. Even voelen wij ons alleen op de wereld. Sans famille. We genieten van de zon en ons plekje in dit paradijs. Aan het einde van middag fietsen we toch weer terug naar onze camping. Daar lezen we verder in onze boeken en maak ik een heerlijke pasta. De avond is voor het bijwerken van dit verslag.
Gorges du Tarn Gorges du Tarn Gorges du Tarn

Florac

Dinsdag 23 juni. Vandaag gaan we verder naar Florac. Camping La Blaquiere heeft weinig indruk gemaakt op ons, het heeft drie sterren maar die zijn denk ik meer voor de ligging. Het is wederom prachtig weer als we de D907 vervolgen naar Florac. We waren al erg onder de indruk van deze route maar het wordt alleen nog maar mooier allemaal, prachtige dorpjes, mooie oude landhuizen en vervallen hotels sieren deze route. Af en toe is de weg zo smal dat er op elkaar gewacht moet worden, het is daarom ook raadzaam om de route te volgen vanuit Millau naar Florac als je met de camper gaat. Rotshellingen steken op meerdere plaatsen namelijk flink uit. Onderweg maken we fotostops bij Pougnadoires, St Chely du Tarn en het kasteel van Castelbouc op de flank van de Causses. Ook maken we een stop in Sainte-Enimie, je kunt de camper perfect parkeren aan de oever midden in het dorpje. Van parkeergeld hebben ze niet gehoord in Frankrijk, ongelofelijk. Het is een dorpje van vijfhonderd inwoners en zeer de moeite waard om voor te stoppen, het heeft wel een ietwat toeristische inslag. We drinken een kop koffie en eten een crepé. Wat ook zo bijzonder is vinden wij zijn de openbare toiletten, schoon en vrij toegankelijk, ook weer iets waar wij nog wat van kunnen leren. In Ispagna stoppen we voor een kleine markt, maar we zijn te laat en de meeste handel is al ingepakt, ik kan nog net een singeltje scoren voor mijn verzameling. Op naar Florac, het landschap veranderd langzaam, de Tarn wordt smaller en het dal breder. Het landschap is indrukwekkend in de Gorges du Tarn, één van de meest mooie natuurgebieden in Frankrijk. We rijden Florac binnen. Als we ons aanmelden op Camping Pont Du Tarn komen we in gesprek met twee inspecteurs van ACSI. Eindelijk zien we eens de gezichten achter de kleine groene boekjes. Het is een echtpaar dat al meer dan dertig jaar in deze regio de campings afgaat en beoordeeld. Een vervelende baan lijkt mij. Ze doen het met veel inzet, en luisteren ook naar onze reiservaringen. We hebben een mooi plekje op het oog voor de camper en zorgen ervoor dat we binnen een halfuur in het water liggen. De camping ziet er goed uit, de sanitaire voorzieningen zijn wel een beetje oubollig maar schoon. Verder is alles aanwezig. Bij de plaatselijke Carrefour doen we onze boodschappen. Voor vanavond halen we bij de cafetaria op de camping een pan friet en zelf bakken we er lekkere stukjes kipfilet bij. Wilma maakt een frisse salade. We laten de avond over ons heen vallen.
Florac Florac Florac

Florac

Woensdag 24 juni. Uitslapen en heerlijk rustig aan de dag beginnen, dat is vakantie. Vandaag willen een stadswandeling maken door Florac en naar “Source du Pecher”. Bij het “Office du Tourisme” halen we een: Plan du Ville, hierop staat de route die we willen gaan lopen. Het voert ons langs Lesplanade een mooi langgerekt plein met oude bomen, een kerk, een oude school, en na lang zoeken een panoramapunt, een kasteel uit 1810 en als hoogte punt “Source de Pecher”, volgens de beschrijving in de folder zou hier een grote waterval moeten zijn, maar helaas. Gezien het mooie weer van de laatste tijd komt er weinig water uit de bergen. Na onze middag picknick bij het Chateau lopen we terug naar onze fietsen en rijden naar de camping. De wandeling was leuk maar niet spectaculair. De rest van de dag vullen we met zwemmen en relaxen.
Florac Florac Florac

Florac

Donderdag 25 juni. Er is markt in het dorp en dat willen we zien. We staan op tijd op en na een lekker ontbijt in het zonnetje onder een strak blauwe hemel, springen we op de fiets. Mijn achterband is wat zacht als dat maar geen slecht voorteken is! De markt loopt door een aantal steegjes in het oude centrum van Florac en is bijzonder leuk. In het dorp hangt sowieso een gemoedelijke sfeer. Veel kunstenaars en jonge hippies hangen hier rond. Cafe: Chez Proust Coiffeur Pour Hommes is de place to be. Hier herleven de jaren zestig, Bob Dylan en The Stones ze passen er zo tussen. In mijn beleving hoor ik (I Can`t get no) Satisfaction. We slenteren over de markt en kopen enkele verse streekproducten, verse jam, pate du porc en Pélardon een geitenkaasje uit Florac. En natuurlijk een potje honing. Het is een erg gezellige markt en zeer de moeite waard, op een terrasje drinken we een echte cappuccino en bekijken de mensen om ons heen. Als we weer bij de fietsen komen heb ik inderdaad een lekke band, dus voor mij wordt het terug lopen, en een klusje na de lunch. De rest van de middag liggen we aan het zwembad en raken in gesprek met een Nederlands stel dat ook sinds kort het camperen heeft uitgevonden. Enthousiast vertellen we elkaar verhalen die we al beleefd hebben.Erg leuk. We koken weer een heerlijke maaltijd op ons buitenkeukentje en genieten verder van deze prachtige dag. Morgen gaan we weer verder.
Florac Florac Florac

Florac – Anduze

Vrijdag 26 juni. Langzaam beginnen we te wennen aan dit leventje. Vandaag moet er eerst gewerkt worden, oeps dat valt tegen, de boel weer inpakken en verkassen naar Anduze. Over het weer niets te klagen, het kwik loopt de komende dagen ruim over de dertig graden heen. De camping is netjes en eenvoudig, een prima verblijf. Na het ontbijt en nog een gezellig praatje met de Brabantse buren rijden we de D9 op richting Anduze. De weg klimt langzaam omhoog naar de duizend meter. De haarspeldbochten zijn geen probleem voor onze camper. We verlaten de Causses en rijden de Cevennen in. Een ruig landschap met een ruige geschiedenis en een ruig karakter. De kalkstenen rotsen maken plaats voor leisteen en marmer. In 2011 werden de Cevennen net als de Causses opgenomen door UNESCO op de werelderfgoedlijst. We maken enkele fotostops, en voor we het weten rijden we Anduze in. Nu al denken we met weemoed terug aan de prachtige Gorges du Tarn. In Anduze zoeken wij onze toevlucht op Camping Les Fauvettes. Een eenvoudige camping in terrasvorm, met redelijk grote plaatsen en een zeer net en nieuw sanitairgebouw. En nog geen honderd meter naast een Lidl en een Aldi. Ik heb begrepen dat er ook mensen zijn die daarop de camping uitzoeken. Op de fiets is het nog geen tien minuten rijden naar het centrum van Anduze. Even later suizen we met de neus in de wind en de zon in de nek de berg af naar het centrum. We willen namelijk morgen met de stoomtrein mee en onze zorg is of we daarvoor moeten reserveren. Het meisje in de shop lacht tegen ons en zegt dat het absoluut niet nodig is om te reserveren. Daar vertrouwen we op, en lopen vervolgens door het park terug naar het leuke centrum. Tussen de middag zijn de meeste winkels een paar uur gesloten zo ook in Anduze. Dan maar terug naar de camping en de rest van de dag in de relaxmodus. Lezen, zwemmen, eten maken en gezellig kletsen met alweer nieuwe buurtjes dit keer uit Amstelveen. In de avond blijft het lang warm.
Anduze Anduze Anduze

Anduze – Saint Jean du Gard

Zaterdag 27 juni. Goed geslapen. We worden wakker van het geluid van krekels, het lijkt wel of we wakker worden in een berghutje op Bali. De bakker heeft onze broodbestelling netjes op ons tafeltje gelegd. Wat een service. We ontbijten heerlijk en gaan dan op weg naar het station. Le Gare, zoals de Fransen zeggen. De – attractie – van Anduze is een rit met de oude stoomtrein naar Saint Jean du Gard en weer terug. Als treinliefhebber is dit natuurlijk een geweldig uitstapje. We zijn ruim op tijd aanwezig en kopen onze kaartjes, zekerheid voor alles. Train a Vapeur des Cevennes. De rit met de stoomtrein duurt veertig minuten en is een ware sensatie. Terug in de tijd, ook de wagons zijn uit de tijd van Napoleon. Niet alleen de kleine kinderen hebben schik, ook de oudjes verdringen zich om een glimp op te vangen van chroom, water, vet en stoom. Wat een belevenis, aangekomen in Saint Jean du Gard hebben we ruim anderhalf uur de tijd om te wandelen en iets te eten. Er is zelfs een leuk marktje. De rit terug zitten we in de wagon direct achter de stoomloc. Met een denderend kabaal, wild schuddend, naar lucht happend en zwetend rijden we weer naar Anduze. Ook het uitzicht is prachtig. Meer dan de moeite waard. Dat je er zwart van wordt is vanzelfsprekend. Als we weer terug zijn in Anduze moeten we even bijkomen van dit avontuur. We hebben onderweg veel foto’s gemaakt en natuurlijk gefilmd. Daarna fietsen we rustig terug naar de camping. De camper staat mooi in de schaduw daar zijn niet alleen wij blij mee maar ook onze Woody.
Anduze Anduze Anduze

Anduze

Zondag 28 juni. Vandaag is er een rommelmarkt in Anduze. Dus na de bekende ochtendrituelen springen we weer op de fiets. De markt is op een grote parkeerplaats in het centrum, als we afstappen smelt het asfalt bijna onder onze voeten. Deze markt is elke zondagochtend op het terrein van de U-Markt. Veel kraampjes met erg leuke en aparte spulletjes. We kopen een paar prulletjes als herinnering aan deze mooie vakantie. Als we terug fietsen komen we onze buurtjes tegen, ze zitten gezellig samen op een bankje te genieten van de omgeving. De middag beginnen we met een lunch en het opzoeken van onze zwemspullen. Ook hebben we kontact met Ries en Eef onze buurtjes uit Nederland die we met kleine Brittje later in de week ontmoeten in Roques sur Ceze. We maken een heerlijke pasta, doen de afwas, ik werk het reisverslag bij en Wilma leest in haar boek. C`est la Vie.

Anduze – La Roque sur Céze

Maandag 29 juni. We gaan weer verkassen, ondanks de leuke camping en de leuke buren (Amstelveen). Anduze is een leuk dorpje, vanaf de camping goed bereikbaar met de fiets of wandelend. De rit met de stoomtrein mag je niet missen. Het plan om een stop te maken in Uzes laten we varen want de camping waar we op willen gaan staan voelt niet goed. Dan besluiten we om door te rijden naar Camping Les Cascades in La Roqu-sur-Cèze. La Roque-sur-Cèze ligt in het departement de Gard. Het is een zonovergoten dorp in Provencaalse stijl, gebouwd op een rots die over de Cèze hangt. Hier ontmoeten we morgen Ries, Eef en Britt. Het is erg warm vandaag. Zo gauw als camper staat gaan we naar het mooie strandje bij de – Cascades – . Lekker dobberen op ons luchtbedje tussen de rotsen en de stroomversnellingen. Wat is het hier prachtig. De rest van de dag is het alleen maar geneiten. Voor we gaan slapen kijken we een filmpje en knuffelen lekker met Woody.
La Roque sur Céze La Roque sur Céze La Roque sur Céze

La Roque sur Céze – De buurtjes komen.

Dinsdag 30 juni. Het ontbijt buiten met het mooie weer is een prachtige start van de dag. Voor het erg warm wordt maken we eerst nog een wandeling naar De Cascades du Sautadet. In de loop van de middag komen Ries, Eef en Britt aan op de camping. Samen blijven we tot en met vrijdag gezellig op Camping Les Cascades. Over de camping later meer. Als ook hun camper staat kunnen we gezellig bijkletsen, we hebben elkaar heel wat te vertellen. En natuurlijk willen zij ook zo snel mogelijk een duik nemen in de Céze. De tijd vliegt, en als we na de bbq aan de borrel beginnen is het feest compleet, zelfs onze Britt heeft schik voor tien. We delen onze reiservaringen tot nu toe. De avond dreigt een onheilspellend eind te krijgen. Als het al donker is en de meeste campinggasten op bed liggen, verschijnt er een – vos – vlak achter ons. We pakken onze zaklantaarns en proberen hem te verjagen. De lichte paniek die is ontstaan verdwijnt al snel als we merken dat de – vos – zo tam is als een lammetje. De rust is snel weergekeerd.

La Roque sur Céze – Goudargues

Woensdag 1 juli. Als we wakker worden zit Britt al giechelend en stralend in haar stoeltje aan tafel. Na een uitgebreid ontbijt pakken we de fietsen en gaan naar Goudargues. Om de duwkar van Britt mee te kunnen nemen moeten we nog wel even onze creativiteit gebruiken, maar met een spanband komen we een heel eind. Goudargues is een klein dorpje op zeven kilometer van de camping en wordt ook wel het Venetië van Frankrijk genoemd. Er is vandaag markt en dat maakt het helemaal leuk. We fietsen langs grote velden met zonnebloemen en genieten van de omgeving. De markt is de moeite waard. Marktkooplui trekken alles uit hun kast om hun producten uit de zon te houden. Al die gekleurde lappen geven een enorme sfeer. Op een terrasje drinken we iets voor we weer terug fietsen. Voor de lunch straks kopen we heerlijke kaas, worst en een paar potjes marmelade. Terug op de camping gaan we eerst lekker eten en daarna zwemmen. Dit keer in het zwembad, kan Britt lekker in het pierenbadje met haar nieuwe zwemband. Ze is er erg blij mee en schreeuwt het uit van plezier. Ries is met zijn visspullen op pad en probeert een paar forellen uit de Céze te slaan. Maar helaas, geen vis vanavond. Eten we gewoon spaghetti, ook lekker. Gezellig brengen we samen de avond door en ook vanavond verschijnt weer de vos. Het was een erg leuke dag. Welterusten.
La Roque sur Céze La Roque sur Céze La Roque sur Céze

La Roque sur Céze

Donderdag 2 juli. Wat is het toch geweldig wakker worden met het gegiechel van de kleine Britt. Ook het ontbijt is op deze manier een feestje. Gezien de warmte hebben we vandaag een aangepast schema! Geen fietstocht maar een lichte wandeling naar La Roque sur Céze. Dit kleine, middeleeuwse dorpje, is uitgeroepen tot één van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het dorp is omringd door wijngaarden en bossen die een prachtig uitzicht bieden op de watervallen van Sautadet. Vanaf de camping is het een kleine vijfhonderd meter lopen. Met de wandelwagen voor ons uitduwend klimmen we over de geplaveide straatjes omhoog. La Roque sur Céze wordt gedomineerd door de sporen van het oude kasteel en de kapel uit de 11de eeuw. We bezoeken de kapel, en vanaf een panoramapunt bekijken we de prachtige omgeving. Gezien de warmte wordt het tijd om iets te gaan drinken. Op een klein pleintje staat een enorme oude dakplantaan, het blijkt de natuurlijke beschutting te zijn van een terrasje. Het is volgens mij het meest idyllische plekje voor een terras in Frankrijk. Wat een sfeer, wat een rust, wat een uitzicht, mooie oude terrastafeltjes en stoeltjes. Het blijkt een – Auberge – te zijn, als ik naar binnen loop, stap ik zeker honderd jaar terug in de tijd. Veel antiek, weinig licht en een oude man die in een hoekje iets zit te eten. Opnieuw worden we verliefd op Frankrijk. Hier kunnen we de rest van de dag blijven zitten en genieten van alles om ons heen, maar ook van de rust in ons. Wanneer we weer terug lopen waarderen we alles wat we zien nog meer. Ook lopen we nog een keer langs de Cascades de Sautadet, Ries en Eef hebben dit namelijk nog niet gezien. Wilma blijft met Britt in de schaduw achter als wij over de rotsen klauteren. Het blijft een prachtig gezicht om deze stroomversnellingen te zien. Jongelui springen vanaf de hoge rotsen de wild stromende rivier in. Terug op de camping springen wij het zwembad in. Ons plan om in het restaurant van de camping te gaan eten wordt vervangen door: zelf pannenkoeken bakken! Met een kom beslag op tafel bakt Richard voor ons de pannenkoeken. De laatste valt om tien uur uit de pan, heerlijk en erg gezellig. Natuurlijk drinken we er ook wat bij, wat kan camperen toch leuk zijn. Welterusten vosje.
La Roque sur Céze La Roque sur Céze La Roque sur Céze

La Roque sur Céze – Richting huis.

Vrijdag 3 juli 2015. Afscheid nemen bestaat niet, maar we moeten het toch want we gaan weer naar huis. Met pijn in ons hart pakken we de camper weer in. Wat was het een geweldige vakantie. Ries, Eef en Britt gaan ook weer verder, zij hebben nog twee weken voor de boeg. Als we de tranen gedroogd hebben stappen we in de camper en gaan. Achter elkaar rijden we naar de t-splitsing, wij slaan links af, zij rechts. Op naar de snelweg, op naar huis. Het plan om onderweg nog een keer te overnachten strepen we door. Het is buiten 41 graden en Woody heeft daar veel last van. Met de tong uit haar bek ligt ze in haar mandje. We maken haar nat met water en met de airco volop aan besluiten we om door te rijden naar huis. Een hele rit, maar Wilma klaart het als een echte trucker. Ik ben trots op haar. Na enkele stops en met nog een buitentemperatuur van 28 graden rijden we om half één in de nacht Nederland binnen.

Woody ligt als een roos te slapen. Eind goed, al goed.

Achteraf geschreven:

Voor het eerst zijn we vier weken op pad geweest met onze camper naar het zuiden van Frankrijk. De eerste paar dagen heerlijk aan zee in Agde. Daarna zijn we Canal du Midi gevolgd tot aan Carcassonne. Nadat we deze mooie oude middeleeuwse stad bezocht hadden zijn we de Causses ingetrokken naar Millau. Hier begon voor ons de Gorges du Tarn met sprookjesachtige dorpjes als: Riviere-sur-Tarn, Le Rozier, Les Vignes, Peyreleau, La Malene, Castelbouc, Florac en dan vergeet ik nog de helft. Een waar paradijs. We hebben genoten van elke minuut dat we er waren. Hier komen we beslist nog eens terug. Zeker als we met pensioen zijn.