Je bekijkt nu Roadtrip met de camper naar Spanje

Roadtrip met de camper naar Spanje

We gaan nog laat in het jaar met de camper op pad, naar Spanje. Via Chartres en Oradour sur Glane naar Bergerac. Vervolgens via de Baskische kust zakken we af naar Madrid. Madrid is een bijzondere stad, super mooi om te zien, en te beleven. Daarna rijden we door het binnenland naar Sax. In Elda hebben we familie bezocht. Spanje heeft ons zeer verrast. Het land is mooi, schoon, heeft een heerlijke eetcultuur en de mensen zijn zeer vriendelijk en gastvrij. Ook de wegen in Spanje zijn perfect. In Benidorm en Alicante zien we de Middellandse zee. Via Peniscole en Sitges rijden we weer richting Nederland. We hebben genoten, veel gezien en gedaan.

Vertrek met de camper naar Spanje.

Donderdag 6 oktober 2016. Het is begin oktober, aan de zomer in Nederland komt maar geen einde. Normaal had onze camper allang in de winterstalling gestaan. Het is nog steeds ruim achttien graden. Met dat heerlijke gevoel gaan wij nog laat in het seizoen op vakantie. Richting Spanje, via Chartres, Bergerac en Burgos naar Madrid. En daarna via Elda terug naar huis. We worden uitgezwaaid door Eef en Britt. Het wordt onze eerste grote vakantie zonder poes. Onze Woody die elke vakantie meeging hebben onlangs laten inslapen. Het zal even wennen zijn, aan de andere kant zal het ook meer rust geven. Om half tien rijden we weg. Via Breda en Antwerpen beginnen we aan de reis. Het is mooi weer. De rondweg om Parijs is zoals verwacht aardig druk, Wilma neemt deze hindernis zonder problemen. Het is af en toe schrikken als mannen gekleed in driedelig kostuum, op hun scooters, ons links en rechts voorbij scheuren. Ze zijn op weg van kantoor naar huis. Onze eerste stop zal zijn in Chartres, op “Camping Les Bords de Eure”. De camping ligt bijna in de centrum van Chartres. We zoeken een mooi plekje, en nemen eerst wat te drinken. Daarna trekken de wandelschoenen aan, en gaan op pad. We willen voor het donker thuis zijn. Vanaf de camping loopt een mooi wandelpad, door het park, naar de “Kathedraal van Chartres”. De Cathédrale Notre-Dame de Chartres is een vroeg-gotische kathedraal die tot de beroemdste van Frankrijk behoort. De kathedraal staat op een heuvel met uitzicht over de stad Chartres en werd gebouwd tussen 1194 en circa 1220. De kathedraal dankt haar faam vooral aan haar gebrandschilderde ramen. Het oude Chartres bestaat uit twee delen; de bovenstad (ville haute), rondom de kathedraal en de benedenstad (basse ville), aan de boorden van de Eure en zijn zijarmen, het bestaat uit prachtige straten, bruggen en middeleeuwse bouwwerken. Als we terug komen op de camping maken we iets te eten, lasagne, stokbrood en een glaasje wijn. Als toetje hebben we heerlijke tiramisu. Het was een mooie eerste dag, op tijd duiken we ons bed in.

Chartres – – – Oradour sur Glane – – – Bergerac

Vrijdag 7 oktober. We zijn vroeg wakker. Het was een frisse nacht, maar een warme douche maakt veel goed. Na een lekker ontbijtje zijn we klaar voor de dag. De camping is perfect, het sanitair eenvoudig, maar schoon. De ligging is geweldig. We verlaten de camping en rijden via de N154 richting Orleans. De bestemming voor vandaag is Bergerac. We gaan eerst een tussenstop maken in Oradour sur Glane. Daar werden op 10 juni 1944 door de “Waffen SS”, 642 mensen vermoord, met name vrouwen en kinderen. Het dorpje ligt er nog net zo bij als meer dan zeventig jaar geleden. Als we onze camper geparkeerd hebben brengen we eerst een bezoek aan het “Memorial-Center”. We nemen een rondleiding met audio. Binnen is het donker en wordt aan de hand van foto’s, films en ander audiovisueel materiaal de geschiedenis van het dorp in de Tweede Wereldoorlog verteld. Na de rondgang in het “Memorial-Center” lopen we Oradour sur Glane in. Het is niet te beschrijven wat we zien. Het is ijzig stil. Met de foto’s en de filmfragmenten nog op ons netvlies, staan we nu ineens in het Oradour van toen. Het bloedbad en de verwoesting is meer dan zeventig jaar geleden. Uit respect voor de overledenen is het dorp niet meer herbouwd. Alles is gebleven zoals het was, net na 10 juni 1944. De tramrails, de spanningskabels, overblijfselen van auto’s, hier en daar een naaimachine, keukenspullen en meubilair. Het doet je echt een stap in het verleden zetten en je beseffen wat voor drama zich hier heeft afgespeeld. Het is enorm indrukwekkend om ook de verwoeste huizen te zien. En te beseffen dat de inwoners van Oradour sur Glane in nog geen zes uur tijd, hier werden afgeslacht. Slechts zeven inwoners wisten te ontsnappen. Beduusd, en vol ongeloof lopen we terug naar onze camper. Het is nog twee uur rijden naar Bergerac, twee lange uren. Camping La Palouse ligt aan de Dordogne, en nog geen tien minuten lopen van het oude centrum van Bergerac. We maken iets te eten, en besluiten om morgen naar het centrum te lopen. Ons hoofd staat er nu niet na. Het was een heftige dag. We gaan op tijd naar bed.

Bergerac

Zaterdag 8 oktober. De klok rond geslapen. Na het ontbijt wandelen we in nog geen tien minuten naar het oude centrum van Bergerac. Bergerac, de stad bekend om zijn Cyrano, de wijn die zijn naam draagt, en die andere wijn, Monbazillac. Een deel van het oude Bergerac is gerestaureerd en het is daarom een fijne stad geworden om in te wandelen. We bekijken het plein, en het beeld van Cyrano. De kerk van Saint Jacques, een halterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Er is vandaag markt in Bergerac, rondom de kerk staan veel kraampjes. Lokale boeren verkopen hier hun producten. Het is een gezellige markt. Op een terrasje nemen we een kop koffie en bekijken alles om ons heen. De rest van de middag dwalen we door het oude centrum. Bij terugkomst op de camping, gaan we buiten eten, en nemen we een drankje. De zon laat zich goed zien, dit is vakantie, heerlijk.

Bergerac – – – Saint Jean de Luz

Zondag 9 oktober. Net voor zeven uur word ik wakker. Wat een timing, precies op tijd om de “Formule 1” te kijken. Onze Max is weer in topvorm, hij rijdt naar een tweede plaats. Een mooi begin van de dag. Wij gaan ook weer rijden, niet zo hard als Max, en ook niet zover. Camping La Palouse is een perfecte camping als je Bergerac wilt bezoeken. Via de D933 en de D824 rijden we naar Saint Jean de Luz. Een prachtige binnenweg door een mooi gebied. Het is rustig op de weg. De camping waar we nu naar toe gaan is een tip van mensen die we gisteren hebben gesproken in Bergerac. Camping Itsas Mendi is een vier sterren camping. De camping is bevolkt met Spanjaarden die hier het weekend doorbrengen. Het lijkt wel hoogseizoen. We willen ontsnappen aan deze drukte, en trekken onze wandelschoenen aan. En gaan wandelen naar het centrum van Saint Jean de Luz. Bij de receptie hebben we een routekaart gekregen, en wat tips over een mooi wandelpad. Het pad loopt door de duinen. Het centrum ligt op zes kilometer van de camping, het is een stevige klim zo nu en dan. Het uitzicht is prachtig, de zee kalm. Surfers liggen in het water te wachten op de hoge golven. De Baskische kust is een waar surf-paradijs. De baai van Saint Jean de Luz heeft een Engelse uitstraling. Veel luxe hotels, de terrasjes zitten vol met nette dames en heren, ze zitten achter glazen met bubbeltjes. Wij nemen een ijsje, en gaan aan het strand zitten, heerlijk. Het centrum is heel gezellig en zeer de moeite waard. Dit vissersdorp aan de Atlantische Oceaan combineert Baskische charme met aangename, vriendelijke stranden aan de baai. We slenteren wat rond en nemen iets te eten. De bedoeling was om met de bus terug te gaan. Maar door de zondagsregeling rijden er maar enkelen bussen en moeten we meer dan een uur wachten. We besluiten om dan maar ook terug te gaan wandelen. Eenmaal op de camping nemen we een warme douche en een borrel.

Saint Jean de Luz – – – Burgos

Maandag 10 oktober. Prima geslapen. Na de wandeling van gister hadden we ook niet anders verwacht. Het zonnetje gluurt al over de boomtoppen. We pakken onze stoeltjes en gaan heerlijk buiten ontbijten. De camping heeft vier sterren maar dat komt denk ik door het zwembad en de jacuzzi want het sanitair is verouderd en de plaatsen zijn krap. We gaan vandaag verder naar Burgos in Spanje. Als we de Spaanse grens over zijn en in de uitlopers van de Pirineos rijden lijkt het wel of we vanuit Oostenrijk Italië inrijden. Wat is het hier prachtig. Mooie berghellingen met koeien en veel groen. De strak blauwe hemel steekt mooi af. Zelfs de tunnels door de bergen ontbreken niet. Na de uitlopers van de Pirineos veranderd het landschap langzaam. Het wordt vlakker en minder groen. Camping Fuentes Blancas ligt net buiten Burgos. Op de fiets is het centrum binnen 10 minuten bereikbaar. De camping ligt in een mooi park. Ideaal voor een bezoek aan Burgos. We checken in en zoeken een mooi plaatsje en voor we het weten zitten we op de fiets richting centrum. Het is heerlijk weer en we genieten volop. Burgos is een stad waar je niet omheen kunt, de eerste indruk is geweldig. Een stad met groengordels rond de rivieroevers die uitnodigen voor een wandeling. We stallen onze fietsen en lopen via de stadspoort recht op de kathedraal af. “Catedral de Santa Maria” is het hoogtepunt van Burgos, een meesterwerk van gotische kunst. De meeste mensen komen alleen hier al voor naar Burgos. Natuurlijk besluiten we dag met “Tapas” en een “Cana”. In het donker fietsen we terug naar de camping. We hebben moeite om de weg te vinden en moeten de hulp inroepen van een mountainbiker. Hij rijdt ons voorop en zo bereiken we uiteindelijk de camping.

Burgos

Dinsdag 11 oktober. Het was koud vannacht. Eerst maar de kachel aan. Wat we ook aanzetten is ons oventje. Nu we in Spanje zijn moeten we s’ochtends onze eigen broodjes bakken. In Frankrijk lopen de mensen de hele dag met verse Baquettes onder de arm, hier in Spanje is dat heel anders. Na ons ontbijtje stappen we op de fiets. We fietsen richting centrum. Eerst gaan we langs de Real Monasterio de las Huelgas, deze abdij wordt bewoond door cisterciënzerzusters en is gewijd aan Maria. Daarna fietsen we door het prachtige park. De stad maakt een enorme indruk op ons. Het is schoon, veel groen, geen leegstand en heel veel cultuur. We lopen een stukje van de bedevaartsroute naar Santiago de Compostela. De route loopt dwars door het centrum van Burgos, en wordt aangegeven door symbolen in de vorm van jakobsschelpen. Ook zijn er veel Amerikanen en Japanners die deze pelgrimsroute lopen. Tussen de middag eten we in één van de talrijke tapasbars. We bestellen tortilla, picadillo, patatas bravas en lekker stokbrood. Met een drankje erbij voor nog geen tien euro. Het leven is hier een stuk goedkoper. De rest van de middag genieten we van de zon en van de prachtige stad. En weer hebben we moeite om de juiste weg terug te vinden.

Burgos – – – Madrid

Woensdag 12 oktober. We pakken de boel in en gaan vandaag naar Madrid. We verlaten Camping Fuentes Blancas, het is een prima camping voor een bezoek aan Burgos. De douches van deze camping komen bij mij in de top 10, heerlijk warm water en een flinke straal, helaas zijn ze niet echt proper. Verder heeft de camping alles wat een camping nodig heeft. De camping ligt aan de tolvrije A1 naar Madrid. Als we op die A1 rijden valt het ons op dat de weg vrij nieuw is, de kilometers schieten onder ons door. Het landschap blijft veranderen. Het is rustig op de weg. We willen in Lerma een tussenstop maken. Lerma ligt veertig kilometer onder Burgos, op een heuvel (800 meter) boven het dal van Arlanza. Dit middeleeuws dorpje uit de 10de eeuw is zeer geschikt voor een korte tussenstop en een wandeling. We zetten onze camper onder in het dorp neer en wandelen rustig omhoog. Eerst maken we een rondje om de kerk en daarna drinken we in de plaatselijke “Tabera” een kop koffie met iets lekkers erbij. We zijn verbaasd over de rekening, nog geen vijf euro! Op de “Plaza Mayor” kopen we twee flessen wijn, Lerma ligt namelijk in het wijngebied Arlanza, ingesloten tussen de wijngebieden “Rioja, Castilië en León”. We rijden verder naar Madrid. Ter hoogte van Prádena slaat het weer om en krijgen we te maken met regen en hevige windstoten. Wolken liggen als witte dekens over de bergtoppen. We rijden over de Castiliaanse hoogvlakte, dat verklaart waarschijnlijk het weer. Veilig komen we in Madrid aan. Camping Osuna is een echte stadscamping, het ligt op ongeveer tien kilometer van het centrum van Madrid. Als we inchecken horen we dat het vandaag een nationale feestdag is in Spanje, dat verklaart waarschijnlijk waarom het zo rustig was op de weg. Het is even zoeken voor we een geschikt plekje voor de camper. Door de regen is niet het hele terrein beschikbaar, veel andere plaatsen zijn te krap. Na vijf rondjes staat hij dan toch. Het weer klaart op. En zoals we gelezen hebben kunnen we met de metro naar het centrum. Het metrostation “Canillejas” ligt op nog geen tien minuten lopen vanaf de camping. We kopen een tien rittenkaart en zoeven in twintig minuten naar het centrum van de Spaanse hoofdstad. We stappen uit op station “Opera”. En staan in hartje Madrid. Na enige oriëntatie krijgen we een beetje inzicht hoe de stad ligt, nou ja, een klein gedeelte daarvan althans. We mengen ons in de mensenstroom die hier s’avonds de straten vult. De stad geeft zich langzaam bloot, er hangt een aangename sfeer. Statige bouwwerken, imponerende gevels en grote grandeur. Het valt over ons heen. Madrid is te gek. Morgen meer.

Madrid

Donderdag 13 oktober. Prima geslapen vannacht. Na het ontbijt pakken we weer de metro. Het is wat bewolkt maar droog. We beginnen de dag op het Plaza Mayor, hier werd vroeger de dagelijkse markt gehouden en zelfs stierengevechten en executies. Nu ligt het plein er vredig bij. De vier zuilengangen geven het plein een prachtige uitstraling. Midden op het plein staat het ruiterstandbeeld van Philips III, een bronzen kunstwerk van Juan de Bolonia. We lopen door naar Plaza de la Provincia met het paleis van Santa Cruz tegenwoordig Ministerie van Buitenlandse zaken, een gebouw dat oorspronkelijk in gebruik was als rechtbankzetel. De route die we lopen gaat verder naar Plaza de San Miguel, waar zich de “Markthal van San Miguel” bevindt. Deze oude markthal is voorzien van een sierlijke stalen constructie met glazen puien. De Spanjaarden zelf noemen het een gastronomische tempel. Voor mij is dit het hoogtepunt van “Culinair Madrid”. Je kijkt je ogen uit, het water loopt je in de mond. Wat een heerlijkheden worden er hier verkocht. Verse vis, tapas, gebak, wijn en de meest excentriek uitziende hapjes. Maar vooral de combinatie van oude markthal en het moderne design is weergaloos. Wij krijgen ook het idee dat Madrid een walhalla is voor lekkerbekken, ik denk dat er geen andere stad in Europa is die zoveel te bieden heeft op culinair gebied. Of je nu staand aan de bar eet of zittend in een restaurant eet, het is allemaal genieten. Een taberna in lopen, aan de bar een drankje te bestellen, en kijken wat er voor een tapas hapjes in de vitrine liggen, dat is in Spanje de gewoonste zaak van de dag. Wij lopen zo’n taberna in, het heeft een uitstraling uit de jaren zestig. Het is er enorm druk. We persen ons naar bar. Dos caffee con leche, een stuk gebak voor Wilma en ik neem tapas met tomaat. De sfeer is geweldig, iedereen is relaxed. Dit is Spanje. We vervolgen onze wandelroute via het Plaza de la Villa met het gemeentehuis, gebouwd in 1640. We verwonderen ons over de architectuur in de stad, statige panden met kleine balkons en gietijzeren hekwerkjes. De één nog mooier dan de andere. De stad is schoon. Het Klooster van Las Carboneras, de Basiliek van San Miguel, de Kerk van Sint Pieter de Oude: allemaal even mooi. We slenteren door de wijk Cortes naar het Retiropark. Bij het Pradomuseum is het een drukte van belang. In het prachtige park laten we de rust over ons heen vallen. Madrid is mooi. Madrid heeft iets. Maar wij vinden het voorlopig genoeg zo. We pakken de metro terug naar de camping waar wij gewoon zittend in onze camper een restje spaghetti eten en een pizza.

Madrid – – – Sax

Vrijdag 14 oktober. Inmiddels zijn we een week onderweg, en we hebben al veel gezien. Chartres, Oradour sur Lane, Bergerac, Saint Jean de Luz, Burgos en Madrid. Wie we nog niet zoveel gezien hebben is de zon, ze laat ons een beetje in de steek. Na het drukke Madrid waar we nog wel een een maand nodig zouden hebben om alles te zien, gaan we vandaag toch weer verder. Camping Osuna is een echte stadscamping, een hoge muur om het terrein, ietwat krappe plaatsen, het dames sanitair is net vernieuwd en ik hoop dat de heren ook nog aan de beurt komen. En een eenvoudige receptie met wifi. Maar natuurlijk is de ligging het grote pluspunt. In twintig minuten ben je met de metro in hartje Madrid. We tanken vers water en legen ons toilet. Omdat de camping aan de rondweg ligt zijn we zo weg. Het is bewolkt als we Madrid achter ons laten. Het is wel een rommeltje langs de wegen die Madrid ontsluiten. Dat waren we niet gewend. Een geplande tussenstop in Aranjuez komt te vervallen, als we door het dorpje rijden nodigt het niet uit voor een stop. Eenmaal op N301 veranderd het beeld buiten weer zoals we het gewend waren van voor Madrid. Mooie wegen, geen rommel langs de weg en een prachtig landschap. Olijfboomgaarden en wijnranken wisselen elkaar af. Ook zie je hier enorme velden met zonnepanelen. Dat zegt toch genoeg zou je denken. Tractoren met aanhangwagens vol witte druiven komen ons tegemoet. We rijden immers in het wijngebied: La Mancha. Niet alleen grote moderne windmolens sieren het landschap, ook de mooie ouderwetse witte windmolens, waar Don Quichotte en Sancho Panza zich op stuk beten staan langs de weg. Het binnenland van Spanje doet ons op veel plekken denken aan Amerika. De wijdse, dorre uitgestrektheid en de lange rechte wegen met hier en daar een benzinepomp of restaurantje geven ons die indruk. Op een parkeerplaats in Albaceta eten we een broodje. We gaan een stop maken in Sax. Voor een paar dagen gaan we op Camping “Campo Alegre” overnachten. We hebben deze camping uitgezocht omdat we op familiebezoek gaan bij Marcel, Yolande en Daniëlla, zij wonen vlakbij Sax in het plaatsje Elda. Op de camping worden we zeer gastvrij ontvangen. Helga, José en de hond Jessy heten ons van harte welkom. Campo Alegre is een prachtige camping in de middle of nowhere. We krijgen eerst een rondleiding en zien dat het allemaal netjes voor elkaar is. Er is mooi sanitair en er zijn zelfs twee keukens waar je gebruik van kunt maken. De inrichting van dit alles is zeer huiselijk, we voelen ons meteen thuis. We zoeken een mooi plekje uit. Het is een SVR camping. Als we klaar zijn ga ik Marcel bellen, hij weet niet dat we hier zijn. Hij is helemaal verbaasd en erg blij, gezien de tijd spreken we af, voor morgen. Gezellig. We zitten nog een tijdje buiten, het is inmiddels heerlijk weer geworden. Met een bordje spaghetti op onze schoot zien we de zon ondergaan en hebben we weer een mooie dag gehad.

Sax

Zaterdag 15 oktober. Heerlijk geslapen. We ontbijten buiten in het zonnetje. Jessy, de camping-hond, een bordercollie, ligt onder onze tafel. Hij vindt het fijn dat we er zijn. Marcel komt ons om elf uur ophalen en neemt ons mee om bij hem thuis te beginnen met koffie. We hebben elkaar een lange tijd niet gezien en kletsen aan één stuk door. Yolande is Spaanse dus we moeten regelmatig ‘vertalen’. Na de koffie gaan we langs bij een ‘eetcafé’ waar Marcel de inrichting heeft verzorgd. Het ziet er heel mooi uit. Hij is in Elda inmiddels de kunstenaar uit Olanda. Daarna gaan we uitgebreid tapas eten, en zitten zo enkele uren gezellig te borrelen, eten en natuurlijk te kletsen. Ook staat er een bezoek op het programma bij een vriend van Marcel die zijn nieuwe “T-Shirts” en “Rugtassen-lijn” presenteert. We bevinden ons tussen de nieuwe ondernemers van Elda. Aan de harde muziek en de Ibiza achtige uitstraling van dit feestje is te zien dat het vooral ‘jonge’ ondernemers zijn. Met suizende oren rijden we terug naar de camping. We drinken nog iets met elkaar. Jessy heeft inmiddels het hart van Daniëlle veroverd. Het was een enerverende dag.

Sax

Zondag 16 oktober. Vandaag gaan we weer op stap met Marcel, Yolande en Daniëlle. Eerst staat een bezoek aan de jaarlijkse Harley-dag op het programma. Het is prachtig weer. De zon geeft extra glans aan de blinkende motoren. Muziek van een rockband op het podium maakt het feest compleet. We drinken een biertje. De middag besteden we net zoals vele Spanjaarden dat doen, met een picknick in het park. Met park bedoel ik het grote natuurgebied: Parque natural Serra de Mariola. Nog geen twintig minuten rijden vanaf Elda. Een prachtig slingerende weg brengt ons bij de picknickplaats. Yolande heeft lekkere Spaanse hapjes gemaakt. Het is heel mooi om te zien hoeveel mensen uit de stad dit doen. Het is gezellig en heel gemoedelijk. Iedereen kletst en doet met elkaar. Zelfs aan een koud biertje is gedacht. Als afsluiting gaan we een wandeling maken. Het wordt geen gewone wandeling, het wordt een ware expeditie. Op handen en voeten glijden we door canyons naar beneden. Even lijkt het noodlot toe te slaan als we de weg kwijtraken, maar met onze padvinderservaring en de stand van de zon redden we het weer om ons base-camp te bereiken. (ietwat overtrokken) Terug op de camping drinken we een kop koffie en kan Daniëlle leuk spelen met Jessy. We spreken af dat we elkaar in Benidorm weer gaan zien. Wat een heerlijk weekend.

Sax

Maandag 17 oktober. Rustdag. Een dag op de camping. We doen ons ding. We lezen een boek aan de rand van het zwembad. Het water is wel wat koud. Wat is het hier heerlijk rustig. Vanavond moeten we weer zelf kokkerellen. Morgen gaan we weer verder.

Sax – – – Guadalest – – – Benidorm

Dinsdag 18 oktober. We nemen afscheid van “Campo Alegre”. Een geweldige plaats als je eens het binnenland van Spanje wilt ontdekken. De gastvrije eigenaren zorgen ervoor dat het je aan niets ontbreekt. Zelfs Jessy komt ons gedag blaffen. Vanuit Sax rijden we over de CV80 en de CV70 richting Benidorm. De route is meer dan de moeite waard. Het gaat berg op en berg af, de ene haarspeld is nog scherper dan de ander. Het is prima te doen met de camper. Wilma heeft een tussenstop gepland in Guadalest. Het is alleen vreemd dat deze plaats niet door onze navigatie te vinden is en ook niet op onze Spaanse landkaart staat. En het is nog wel één van de mooiste Moorse vestingdorpjes in het berggebied achter de Costa Blanca. De ligging op de bergtop is spectaculair. Dagelijks komen busladingen met toeristen kijken naar de charme van dit dorpje. Als we aan komen rijden is de eerste aanblik veelzeggend. Wat prachtig. We parkeren onze camper netjes op de centrale parkeerplaats en lopen omhoog. Het kleine witte torentje op de top van berg trekt meteen onze aandacht. Dit beeld wordt dagelijks honderden malen gefotografeerd. Het dorpje bestaat uit twee vestigingen. Verder zijn er hotels, restaurants en een aardige hoeveelheid toeristische winkels. Als je het mij vraagt iets te veel. Dit dorpje is meer dan de moeite waard om te bezoeken. Op een terras waar we iets te eten nemen spelen twee oude rockers met een gitaar muziek uit de jaren zestig. Het geeft een unieke sfeer. We gaan verder over de mooie slingerweg door de bergen naar Benidorm. Op Camping Villasol in Benidorm vinden we een plekje voor de komende dagen. Camping Villasol is een mega camping met bijna vijfhonderd plaatsen. Onze plek is zeer centraal, vijftig meter naar het toiletgebouw, twintig meter naar de supermarkt en bijna aan de rand van het zwembad. Snel hebben we aanspraak en uit de verhalen begrijpen we dat de meeste mensen hier wel zes maanden staan. Benidorm is voor veel ouderen een plek om te genieten van de oude dag, het klimaat in dit deel van Spanje is mild. Misschien is het ook iets voor ons, een paar maanden van het jaar genieten van de rust en het klimaat. Met die gedachte pakken we onze fietsen en rijden in nog tien minuten naar het centrum van Benidorm. En dan in nog geen één uur tijd zien wij onze droom in duigen vallen. Jemig, rust hoezo rust! Opzwepende disco-muziek uit enorme speakers, bier drinkende Engelse toeristen overspoelen de boulevard. Wat voor een wereld is dit. Misschien ligt het aan ons, maar dit is niet wat wij zoeken. De boulevard aan het Levante-strand is ook een circuit. Scootmobiels staan geparkeerd alsof het de start betreft van “Le Mans”. Er zijn zelfs duo uitvoeringen waar de co-piloot achterin zit. Deze scootmobiels worden niet alleen gebruikt door ouderen die slecht ter been zijn, maar jongeren gebruiken ze om al dan niet laveloos thuis te komen. Wij aanschouwen dit alles en trekken onze conclusie. Voor ons geen “Benidorm Basterds”. In een drukke straat met felle neon reclame eten we een kant en klare pizza en een döner-schotel. Gedesillusioneerd fietsen we terug naar ons eigen tehuis. Met stuiterende oren vallen we in slaap.

Benidorm

Woensdag 19 oktober. We worden wakker van het lawaai van de vuilnisman. Het is iets bewolkt. Toch een mooi begin van de dag. We ontbijten buiten, want de temperatuur is aangenaam. Het was de bedoeling om hier een week te blijven, maar door de ervaringen van gister stellen we onze plannen bij. Het is vandaag marktdag in Benidorm. De markt staat op nog geen vijfhonderd meter van de camping. Als we aan komen lopen weten we niet wat we zien. Wat een mensenmassa, en allemaal hebben ze één doel zo snel mogelijk over de markt en dan aan de koffie. Honderden kramen met veelal dezelfde handel beslaan wel twee voetbalvelden. Om de markt heen staan rijen met scootmobiels geparkeerd. Op de dubbele scootmobiels zitten de mannen voorop te wachten tot hun bijrijder is uit-geslenterd op de markt. Wij wringen ons op een terrasje voor een kop koffie. Zwijgend kijken we elkaar aan. Hier zie ik mij niet oud worden. We wandelen verder naar het oude centrum van Benidorm. In het oude centrum hangt iets meer sfeer. Maar ook hier is de rust ver te zoeken. Snel trekken we ons terug op de camping met een borrel en een boek. “Benidorm Basterds”, sorry maar niet voor ons.

Benidorm – – – Alicante

Donderdag 20 oktober. Vandaag gaan we naar Alicante. Ons plan om naar het strand van Finestrat te fietsen laten we voor wat het is. De weersvooruitzichten zijn niet denderend. We lopen vanaf de camping naar het treinstation met de naam “Disco Benidorm”. Voor twaalf euro kopen we twee retourtickets naar Alicante. Vijf kwartier later staan we in hartje Alicante. De treinrit op zich is alleen al de moeite waard, slingerend langs de kust met spectaculaire views op de zee. Het laatste stukje gaat de trein als metro ondergronds. Als je met de roltrap omhoog uit het station komt wordt je aangenaam verrast. Het centrum van deze provinciehoofdstad is meer dan een bezoek waard. Gebouwen en pleinen zijn netjes opgeknapt, auto’s worden geweerd en de parken en plantsoenen zijn zeer fraai. Hoog tijd dus voor een wandeling langs enkele van de mooiste plekjes van Alicante. We lopen tot aan de Rambla de Méndez Nuñéz, een brede en zeer drukke straat, die de scheidslijn vormt tussen het oude en het nieuwer Alicante. Als we de Rambla aflopen zien we aan de rechterkant het zeer sfeervolle pleintje Portal de Elche met haar eeuwenoude ficusbomen, ook staat er een schitterend oud prieel, waar je nu een kop koffie kunt kopen. Op de Calle Mayor, een straat waar het verkeer niet mag komen, heb je veel oude winkels. Ook zijn er veel terrasjes op straat. Als we doorlopen komen we op het mooie plein, Santísima Faz. Vooral ‘s avonds, als de restaurants hun tafeltjes en stoeltjes buiten zetten, is het hier heel goed toeven. Volgens onze routekaart moeten we nu naar het mooie stadhuis lopen. De prachtige gevel van het stadhuis, haar vele balkons, de tweelingtorens en de indrukwekkende portalen we mogen het niet missen. Naast de trap staat een beeld van San Juan van Dali. Even later lopen we langs de haven over de Explanada promenade, gebouwd op wat vroeger de golfbreker voor de haven was. Hier tref je allerlei marktstalletjes en straatartiesten aan, en natuurlijk zijn er ook veel bars met terrasjes waar je met een drankje kunt genieten van een heerlijke zeebries. Voor ons eindigde hier de wandeling door Alicante, een enorme hoosbui trekt over de stad. Wij vluchten de metro in en gaan terug naar ons “Benidorm”.

Benidorm – – – Elda – – – Moncofa

Vrijdag 21 oktober. We zijn vroeg wakker. Vandaag verlaten we camping Villasol en gaan weer richting het noorden. Het inpakken van de camper is zo gebeurd. Ik heb het idee dat we snel weg willen zijn. Als eerste gaan we langs Elda om Marcel, Yolande en Daniëlle gedag te zeggen en dan willen we naar Peniscola rijden. Benidorm was een belevenis op zich, we zijn blij dat we er geweest zijn. Het heeft onze gedachte op een ander spoor gezet. Via Alicante rijden we naar Elda. Het wegennet in Spanje is geweldig, je kunt gebruik maken van tolwegen, maar er is ook een vrij nieuw netwerk met N-wegen. Deze N-wegen zijn tolvrij. Ze liggen ook bijna naast de tolwegen. Na dik een uur rijden komen we aan in Elda, Marcel is thuis en samen stappen we in de auto om Yolande van haar werk op te halen. Hier in Elda is bijna iedereen vrijdag’s rond één uur uitgewerkt. Danielle heeft pech, zij moet tot half vijf naar school. Net zoals de meeste Spanjaarden gewend zijn gaan ook wij op vrijdagmiddag gezellig iets eten. Ze nemen ons mee naar een restaurantje waar je voor € 5,45 een vier gangen menu krijgt. Dit is op en top Spanje. We moeten wel even wachten tot er een tafeltje vrij is. we kunnen kiezen uit zes verschillende voor-en hoofdgerechten, een dessert, een drankje en koffie! Gelukkig hebben we Yolande als tolk zij kan ons precies vertellen wat alles is op de menukaart. Het eten is heerlijk, en er is geen toerist te zien. Na dik een uur eten en kletsen, en met goed gevulde buik en een ervaring rijker rijden we terug naar de flat. Marco Borsato zingt “afscheid nemen bestaat niet”, met die gedachte stappen we in de camper en gaan weer verder. Het plan om naar Peniscola te rijden loopt iets anders. We halen het tot Moncofar daar nemen we een camping. Camping Los Naranyos ligt vlak aan zee en is een troosteloze camping vinden wij. We eten een broodje daar hebben we meer dan genoeg aan. We moeten terug denken aan het eten van vanmiddag, hoe is het mogelijk. Welterusten.

Moncofa – – – Peniscola – – – Sitges

Zaterdag 22 oktober. Vannacht heeft het geregend. Na een lekkere douche en een ontbijtje in de camper trekken we verder. Het is nog een kleine honderd kilometer rijden tot Peniscola. Het dorre binnenland maakt nu plaats voor grote groene plantages met sinaasappel-en mandarijnen bomen. Zover als je kunt kijken is het landschap groen met oranje stippen. Het is bewolkt. De zon hebben we al even niet meer gezien. We stoppen in Peniscola om het oude centrum te bekijken. Dit mooie stadje wordt vaak vergeleken met Gibraltar, vanwege de zeehaven. Op de rots staat één van de grote trekpleisters, een 14e-eeuwse burcht. Bezienswaardigheden rondom het Castello de Papa Luna omvatten onder meer tuinen, een arsenaal en een basiliek. Bij de parochiekerk Virgen del Socorro drinken we op het terras een kop koffie en genieten van het uitzicht en de mensen om ons heen. Het dorpje heeft een hoog toeristisch gehalte. De touringcars met veelal Spaanse toeristen komen zelfs in deze tijd van het jaar nog. Na deze leuke stop rijden we verder over de N-340 naar Sitges. We zijn nog steeds verbaasd over hoe rustig het is op de weg. Nog geen file gezien. De route langs de kust is zeer de moeite waard. Bekende badplaatsen schieten aan ons voorbij. Na Tarragona voert de N-340 bijna over het strand. De navigatie stuur ons over de BV2115, het is een ruime binnenweg dwars door de bergen. Een prachtige route, we komen langs een groot stuwmeer en vele mooie uitzichtpunten. We maken een stop op Camping El Garrofer. Het is een ruime camping op tien fietsminuten van het centrum van Sitges. En de camping heeft een bushalte voor de deur waar de bus stopt naar Barcelona. We mogen zelf een plekje uitzoeken en dat is dan ook snel gebeurd. Na een kopje thee in het zonnetje voor de camper stappen we op de fiets. Sites is een prachtige badplaats. Sites ligt op nog geen dertig kilometer onder Barcelona, het is daarom ook enorm populair onder de Barcelonese bevolking. Zeker in het weekend. We parkeren de fietsen netjes in het kleine historische centrum. Het ziet er gezellig uit. Wat ons opvalt is een grote menigte met mensen, volwassenen en kinderen. Ze zijn allemaal gekleed in een witte broek, en een gekleurde blouse. Elk team heeft een eigen kleur. Ik schat vijf groepen van wel honderd man. Ze zijn heel druk bezig om bij elkaar een brede zwarte band aan te brengen. We bekijken dit alles eens rustig en wandelen dan verder. Als we vanaf de haven weer terug lopen richting het centrum zien we wat de mensen aan het doen zijn. Er worden “Castells” gebouwd. Deze menselijke piramides kunnen tot wel 10 man hoog opgebouwd worden en bestaan dan uit meer dan 100 personen. De menselijke piramides vormen een levende traditie die door UNESCO is aangemerkt als immaterieel werelderfgoed. De voet van de piramide wordt versterkt door oudere wat forse mannen, en als laatste klimt een dappere “Anxaneta”, een kind van niet ouder dan 6 jaar, de top in. We weten niet wat we zien, wat een spektakel. Op het terras van een pizzeria bekijken we dit schouwspel. Een Catalaan die naast ons zit legt ons uit dat dit ook de verbondenheid aangeeft van de Catalanen. Het is muisstil als de toren gebouwd wordt. Er klimmen afwisselend jongens en meisjes omhoog die met z’n vieren een ring vormen. Deze piramide komt tot acht ringen! De spanning en kracht is op de gezichten af te lezen, wat een vertrouwen en inderdaad wat een verbondenheid. Onder de indruk lopen we terug naar onze fietsen. Wat een belevenis.

Sitges

Zondag 23 oktober. Met een strak blauwe hemel worden we wakker. Een mooi begin van de zondag. We halen in de campingwinkel heerlijk vers brood en smullen van ons ontbijtje. In de loop van de middag willen we nog een keer naar Sitges fietsen. Maar eerst doen we lekker rustig aan. Lezen, internetten en een kop koffie op het terras van de camping. De camping bevalt ons prima. Het is drie uur en de zon staat hoog aan de hemel. We stallen onze fietsen op de boulevard van Sitges. Wat is dit een idyllische badplaats, en wat een grandeur. Ooit was het een eenvoudig vissersdorpje. Het is gezellig druk. Een groot gedeelte van dit stadje hadden we gister nog niet gezien. Veel leuke smalle steegjes met kleurrijke boetiekjes. Wie ook kleurrijk zijn, zijn de vele mannen die hier samen hand aan hand wandelen. Sites heeft vele gaybars, clubs en discotheken. Ook zijn er hier veel kunstenaars neergestreken. We pikken een terrasje, eten een ijsje en genieten van deze prachtige dag. Terug op de camping maken eten we een pasta met Thaise kip.

Sitges – – – Barcelona

Maandag 24 oktober. Vandaag gaan we naar Barcelona. Na ons vast ochtendritueel lopen we naar de bushalte. De bushalte ligt voor de camping. Voor vier euro staan we een klein uur later in hartje Barcelona. Het is erg druk, dit komt mede door het mooie weer denken wij. Maar Barcelona is natuurlijk een wereldstad. Met het vliegveld naast de deur is het een ideale stad voor een stedentrip. Om de drukte een beetje te ontlopen, mijden we de Ramblas. We slenteren op ons gemak door de Gotische wijk met zijn smalle steegjes. We lopen richting de haven. Rond de “Kathedraal van het Heilig Kruis en Sint Eulalia” is het weer erg druk. Toeristen steken elkaar de ogen uit met hun selfie-sticks. Aan de haven nemen we iets te eten, heerlijk in het zonnetje. In de haven ligt een enorm jacht, het lijkt wel een cruise-schip. Als ik de naam van het schip “Eclipse” op Google opzoek blijkt het het jacht te zijn van Roman Abramovich’s de Russische olie miljardair. Het 360.000.000 dollar kostende jacht maakt veel indruk. Vanaf de haven lopen naar Placa d’Espanya. Rode city-tour bussen rijden hier af en aan. De twee Venetiaanse torens staan stoer in het zonlicht. Aan de andere kant van het plein staat de ‘Arenas de Barcelona’. De arena werd in 1900 gebouwd voor het houden van stierengevechten, nu is het een modern winkelcentrum. Langzaam lopen we terug richting bushalte, we vinden het mooi zo. Op de ‘Gran Via Universitat’ nemen we nog een drankje. Het is nog wel even zoeken voor we opstapplaats voor de bus hebben gevonden. Uiteindelijk komt alles goed, de bus brengt ons weer netjes terug naar de camping.

Sitges – – – St Flour

Dinsdag 25 oktober. Vannacht hebben we onweer gehad. Als we wakker worden, regent het nog steeds. Het is acht uur, en we zijn van plan om snel te vertrekken. Douchen, ontbijten, het toilet legen en afrekenen. Om de drukte bij Barcelona te ontlopen rijden weer eerst een stuk over de Tolweg de AP 7. Bij Girona verlaten we de tolweg en rijden verder over de N11. Deze N weg is prima te rijden. Als we de grens met Frankrijk naderen zien we dames met veel te korte broekjes en veel te blote truitjes langs de weg staan. Zeker voor de tijd van het jaar zijn ze erg luchtig gekleed. De geparkeerde vrachtwagens met gesloten gordijntjes verraden de bedoelingen van deze dames. Het is een drukte van belang voor de grens, winkels voor drank en sigaretten, grote outlet centers zij trekken de klanten met honderden tegelijk. Na de grens gaat de weg over op de D900 en slingeren we Frankrijk in. Langzaam gaan de Pyreneeën over in de grootste wijnstreek van Frankrijk, de Languedoc-Roussillon. In deze mooie wijnstreek met zijn ‘Aramon’ druif beginnen de blaadjes aan de wijnranken al rood te kleuren. Na Béziers rijden we de A75 omhoog richting Millau. Letterlijk omhoog tot bijna op het dak van de Cévennes, ongeveer achthonderd meter hoog. Het echte hoogtepunt van deze route is natuurlijk de ‘Brug van Millau’. Dit staaltje bouwtechniek hebben we twee jaar geleden voornamelijk van de onderkant gezien toen we door de Gorges du Tarn trokken. Nu rijden we er op 345 meter hoogte overheen. De laaghangende zon maakt het plaatje nog mooier. In St Flour verlaten we de snelweg, en stoppen op “Camping International Roche Murat”. De camping ligt direct aan de snelweg. Deze camping is tot 1 november geopend. Als je later in het seizoen reist moet je rekening houden met de openingstijden van de campings. St Flour ligt in de regio “Le Cantal”. De camping is dan ook een mooie uitvalsbasis om deze regio te ontdekken. Als we een plekje voor de camper hebben gevonden maken we een lekkere pasta. De omgeving is prachtig, de bomen kleuren bont in het avondlicht. Het was een mooie reisdag.

St Flour – – – Arlon

Woensdag 26 oktober. Ik weet niet of het door de boslucht komt, maar we hebben heerlijk geslapen. We nemen een douche, en moeten zelf weer onze broodjes bakken. Na het ontbijt rijden we om half tien de snelweg op. Ook de zon is inmiddels al op. Wolken liggen als plukjes watten tussen de bergen en in de dalen. Het is een mystiek beeld. Via de A75 en de A89 rijden we richting Lyon. Rondom Lyon is het door wegwerkzaamheden een rommeltje. We moeten goed opletten om de juiste weg te vinden. Met hulp van de navigatie komen we op de A6 richting Parijs. Als we door de Bourgogne rijden zien we dat ook hier de wijnranken inmiddels de herfstkleuren hebben aangenomen. We besluiten om in Arlon te stoppen op “Camping Officiel”. Het is inmiddels donker als we ons melden bij de receptie. We worden zeer vriendelijk ontvangen door de Nederlandse eigenaar. Als we snel zijn kunnen we nog eten in het restaurant. Het is een mooie camping en het is best druk op deze doorgangscamping. Als de camper op zijn plek staat, wandelen we naar het restaurant. In het restaurant brand een houtkachel, er hangt een gezellige sfeer. Het is ook gezellig druk. Het eten is heerlijk en we kletsen gezellig de avond door. Het was een lange dag.

Weer naar huis.

Donderdag 27 oktober. Ooh… wat was het koud vannacht. Als we de rolgordijnen omhoog trekken zien we pas hoe groot de camping is. Maar de grootste verrassing komt als we gaan douchen. De sanitair-ruimtes zijn heel bijzonder ingericht, bij de heren is het thema “New York”, en bij de dames is het “Parijs”. Kleurige afbeeldingen, een vrijheidsbeeld, stoere verlichting, mooie beelden op een flatscreen en zelfs passende muziek, het is geweldig. Douchen samen met Frank Sinatra is een feest. Alles op deze camping is met zorg gemaakt. Wat ook een groot voordeel is, deze camping is het hele jaar geopend. Ook is er gratis wifi op het hele terrein. Als we deze camping verlaten rijden via Bastogne en Houffälize naar Luik. Dat de wegen in België slecht zijn dat wisten we, maar het is nu helemaal een ramp.

 

Als we bij Maastricht Nederland in rijden slaken we een diepe zucht… We zijn weer thuis.