Het is half september en we willen met de camper naar de kastelen van de Loire. Mede gezien de weersvoorspellingen hebben we gekozen voor de Loire. Maar ook gezien de afstand, is het een mooi doel. We verlaten Nederland en rijden via Antwerpen en Gent over binnenwegen richting Rouen. We vermijden zo de tolwegen en bovendien hebben we de tijd. Onderweg komen we veel militairen begraafplaatsen tegen met oorlogsslachtoffers uit De Eerste Wereldoorlog. We boffen tot nu toe niet met het weer, heftige regenbuien en zonneschijn wisselen elkaar af. ‘Camping Camp Eure’ in Pont de L’Arche is de eindbestemming voor vandaag. Het is een kleine camping met sanitair uit de tijd van ‘Napoleon’. Als de regen verdwenen is, lopen we nog even het dorp in. De kerk Notre-Dame-des-Arche uit de 16e eeuw is het hoogtepunt van dit middeleeuwse stadje. Het is vroeg donker en al behoorlijk fris dus we liggen vroeg op bed.
 |  |  |
|---|
Van Pont de L’Arche naar Bracieux
Dinsdag 19 sept. Na alle regen van gisteren, begint de dag vandaag met een zonnetje. We staan op een mooie camping, maar alles is wel een redelijk gedateerd. Met name het sanitair heeft wel een opknapbeurt nodig. Maar gelukkig is de douche heerlijke warm. Na het ontbijt pakken we de boel in en vertrekken weer. Via de N154 en de N10 rijden we van Pont de L’Arche naar Bracieux. We zijn nu in het Loiredal (Val de Loire). Het gebied in de omgeving van de rivier de Loire staat bekend vanwege de grote rijkdom aan cultureel erfgoed. In Val de Loire bevindt zich een groot aantal historische dorpen en steden, maar het dal is vooral bekend vanwege zijn vele kastelen. Camping ‘Les Châteaux’ is onze tweede stop. De camping is groot met ruime plaatsen en nieuw sanitair. Daar gaan we dus flink op vooruit. Als de camper staat, beseffen we dat we een mooie plekje hebben en laat de namiddagzon zich ook nog zien. We kunnen buiten eten. Buiten koken en eten is toch wel één van de leukste en lekkerste dingen van het camperen. Als het fris wordt gaan we naar binnen en kijken nog wat tv en overleggen wat we morgen gaan doen.
Op de fiets naar ‘Château Chambord
Woensdag 20 sept. De dag begint bewolkt, toch gaan we buiten ontbijten. We hebben besloten om vandaag op de fiets naar ‘Château Chambord’ te gaan, één van de grootste kastelen aan de Loire. Bij de receptie van de camping hebben we een prachtige kaart met fietsroutes gekregen van deze regio. De fietspaden liggen voor het grootste deel vrij in de natuur, ver weg van drukke autowegen en bovendien zijn ze erg netjes aangelegd. ‘Camping ‘Les Châteaux’ is een ideale camping om dit mooie gebied te verkennen. Als we eenmaal op de fiets zitten richting ‘Château Chambord’ verbazen we ons over de schitterende aangelegde fietspaden. Wat ons ook opvalt is de serene stilte, het doet gewoon zeer aan de oren.
Na een half uur fietsen zien we het Château liggen, het is echt enorm. Koning Frans I van Frankrijk, die erg van architectuur en jagen hield, heeft in de 16e eeuw dit prachtige Château laten bouwen. Het was eigenlijk bedoeld als tijdelijk optrekje tijdens jachtpartijen en wilde feesten, maar het groeide snel uit tot een fraai kasteel. Het kasteel van Chambord is een meesterwerk in Renaissancestijl en heeft 440 kamers, 365 schouwen en 1036 ramen. We verbazen ons over de omvang, het is echt enorm. Het is het grootste en beroemdste kasteel aan de Loire. We stallen onze fietsen en nemen op het terras dat, uitkijkt op het kasteel, een kop koffie en verbazen ons over het majestueuze uitzicht. Het kasteel ligt in een bos dat net zo groot is als de stad Parijs. De Koning gebruikte het bos als jachtgebied. Als we weer op de fiets stappen fietsen we om het kasteel heen en komen op waanzinnig mooie plekjes waar je een geweldig uitzicht hebt op het kasteel. We schieten een paar mooie foto’s. We laten het kasteel achter ons en fietsen via een prachtige route door schilderachtige dorpjes zoals: Saint-Dyé, Montliyault, Saint-Claude, Vineuil en Huisseau weer terug naar Bracieux. Fietsen in de Loirestreek is een ongekend plezier. Hier beginnen ook de wijngaarden van de Loire. Het Loiredal is het grootste wijngebied van Frankrijk! Onderweg rapen we wat courgettes van het land voor het avondeten. Het is geweldig, de zon, het land en de wijn.
 |  |  |
|---|
Chateau Cheverny
Donderdag 21 sept. Heerlijk geslapen. Buiten straalt de zon en is de hemel strak blauw. Buiten ontbijten, een mooie start van de dag. Het wordt wel een slow-start, rond elf uur springen we op de fiets. Per slot van rekening is het vakantie. Het wordt route nummer 5 van de routekaart. Vanaf Bracieux eerst naar Court Cheverny voor een koffiestop en dan naar Cheverny voor het Chateau. Cheverny is een kasteel van een heel andere stijl dan de overige Loirekastelen: zeer klassiek en buitengewoon mooi van lijn. Het kasteel werdt gebouwd in 1634 door Hirault de Cheverny. Veel mensen kennen dit kasteel als: Kasteel Molenschot uit de Kuifje boeken. In één van de bijgebouwen bij de ingang van de kasteeltuin is een trofeeënzaal met 2000 hertengeweien. Tuinliefhebbers komen helemaal aan hun trekken in de kasteeltuin. Domaine de Cheverny is een onmiskenbaar jachtterrein. Het biedt onderdak aan meer dan honderd Engels-Franse drie-kleurige jachthonden. Je kunt deze verbazingwekkende meute op elk moment tijdens je bezoek bekijken. Het kasteelpark bevat vele bijzondere bomen. Op tijd keren we terug naar de camping omdat we ook nog een beetje willen relaxen. Lekker luieren, wat lezen en natuurlijk heerlijk eten. Wat een dag.
 |  |  |
|---|
Op naar de koninklijke stad ‘Blois’
Vrijdag 22 sept. Vandaag rijden we verder naar Blois. Een rit met de camper van twintig kilometer. We zetten onze camper neer op Camping ‘Le Val de Blois’ waar we allerhartelijkst worden ontvangen. De camping ligt op nog geen vijftien minuten fietsen van het mooie centrum van Blois. Als we alles weer op orde hebben, stappen we op de fiets en rijden langs de Loire naar Blois. Blois heeft een rijke historie en dat zie je al direct aan het fraaie Château Royal de Blois waar maar liefst 7 koningen en 10 koninginnen hebben gewoond. Blois is wat dat betreft met recht een koninklijke stad. De eerste indruk is geweldig, de stad straalt iets uit, met name rust. Er hangt een gemoedelijke sfeer. Blois kun je het best ontdekken door niet alleen het kasteel te bezoeken maar vooral door de stad te slenteren. De oude straatjes onder het kasteel zijn leuk maar vooral de omgeving van de Cathédrale Saint Louis zijn meer dan de moeite waard. Bij het ‘Office du Tourisme’ kun je een plattegrond halen met een aantal wandelroutes.
In de straatjes worden met bronzen plaatjes vier verschillende routes aangegeven.
stekelvarken: laat je het kasteel en de omgeving ontdekken
lelie: een wandeling in de straatjes van de oude wijk Pit-Châte
boot: je loopt naar de andere oever van de Loire met een fraai uitzicht op de oude stad en het kasteel
pijl: je wandelt in de omgeving van de kathedraal met prachtige en oude huizen.
We volgen de route met de pijl en krijgen zo een goede indruk van de stad. Je kunt ook kiezen om Blois te verkennen per koets. Maar dat is niet wat wij zoeken. Terug naar de camping waar we wat eten en weer vroeg op bed liggen. Het was weer een heerlijke dag.
 |  |  |
|---|
De markt in Blois
Zaterdag 23 sept. Het is s’nachts al behoorlijk fris en als we wakker worden is het bibberen. Gelukkig breekt de zon snel door en kunnen we naar buiten. Douchen en dan het brood ophalen bij de receptie, dat is de eerste klus voor vandaag. Het is een mooie grote camping met prima sanitair en ruime plaatsen. We voelen ons al helemaal thuis. Er is vandaag markt in Blois en daar willen we op tijd zijn. We weten nu de weg en stallen onze fietsen netjes bij de mooie boogbrug die recht naar het centrum loopt. De markt is snel gevonden. Wat een sfeer, kraampjes met verse groenten, vis, vlees en natuurlijk de kleine kraampjes met de beroemde ‘fromage de chèvre’. Wat een feest voor de zintuigen. Uit luidsprekers komt zware klassieke muziek die de wandeling over de markt zo nu en dan een bijzonder spannend accent geeft. Dit is Frankrijk, dit is waar we voor komen. Om alles rustig te kunnen bekijken zoeken we een plekje op een terras en bestellen ‘deux café crème’. Ook hier weer de rust waarin de mensen leven, je voelt het gewoon. We slenteren verder en doen ook wat inkopen voor het eten van vanavond. Franse mini quiche taartjes met geitenkaas, en een fles wijn voor bij de tonijn steaks en salade. Rustig fietsen we terug. De Loirestreek nodigt uit om verkend te worden met de fiets. De rest van de middag en avond genieten we van het mooie weer en van de fijne camping.
 |  |  |
|---|
Blois naar Azay-le-Rideau
Vanaf de camping in Blois rijden we eerst naar Amboise en stoppen voor een wandeling door het stadje. Amboise is een stad met Italiaanse charme aan de Loire. Het heeft alle kenmerken van een prachtige koninklijke stad. Aan één kant het majestueuze Château, aan de andere kant het Château du Clos Lucé waar Leonardo da Vinci aan talloze projecten werkte. Wandelend ontdekken we dat Amboise en de mooie Loire onlosmakend met elkaar verbonden zijn. Na een een heerlijke kop koffie bezoeken we het Leonardo de Vinci Park. Het is er druk. Sowieso is Amboise een aardig toeristisch stadje. We beklimmen een steil pad zo hebben we een mooi uitzicht op het Château dat gebouwd is op een rots.
 |  |  |
|---|
Het kasteel van Chenonceau in Chenonceau is de volgende stop. Om onze fietsen te kunnen pakken parkeren we onze camper aan de achterzijde van het kasteel dicht bij de ingang van een camping. Van hieruit kunnen we met onze fiets via een prachtig bospad en langs de rivier de Cher naar een schitterend uitzichtpunt fietsen. Het is een van de meest bijzondere kastelen van het Loiregebied omdat het kasteel over het water van de rivier de Cher ligt. Als we bij het kasteel aankomen maken we prachtige foto’s en zoeken een plekje aan de bosrand om te kunnen zitten en weg te dromen. Over idyllische wegen rijden we naar Azay-le-Rideau. Het is een mooi oud Frans dorpje, met klassieke huisjes met gekleurde raamluiken maar ook met verdorde plantenbakken. We worden weer overvallen door de Franse charme. We stoppen bij Camping Municipal Le Sabot. Deze camping ligt aan de rivier de Indri. Snel vinden we een mooi plekje. Het was vandaag een erg warme dag en onder de luifel komen we tot rust en laten de avond over ons heen vallen.
 |  |  |
|---|
Met de trein naar Tours
Maandag 25 sept. We worden wakker door het getik van de regen op ons dak van de camper. Gelukkig duurt het niet erg lang, we maken van de nood een deugd en blijven lekker liggen, per slot van rekening hebben we vakantie. Na het douchen en ons ontbijtje lopen we het dorp in. Château Azay-le-Rideau is de bezienswaardigheid van Azay. Het kasteel blijkt een meesterwerk van de vroege Franse Renaissance te zijn. Nadat we de het kasteel van de buitenzijde hebben bekeken maken we een wandeling door het dorpje zelf. Het centrum van dit lieve kleine dorpje heeft veel leuke winkeltjes. In de middag gaan we met de trein naar Tours. Het treinstation ligt net buiten het centrum van Azay-le-Rideau. We wandelen er rustig heen. Na een treinrit van een klein half uur stappen we uit in Tours. Het oude station ligt midden in het historisch centrum. Tours zelf, is het hart van de Loirestreek.
De oude binnenstad voelt, met zijn bestrate steegjes en de vakwerkhuizen met een skelet van houten balken, middeleeuws aan. Het bekendste pleintje van Tours is ‘La place Plumereau’. Dit plein is omgeven door de typische houten huizen en gezellige terrasjes. We besluiten om de ‘Saint Martin’ wandelroute te volgen die natuurlijk begint bij de ‘Basilique Sant-Martin. Op een terrasje drinken we een biertje en verwonderen ons over hoe mooi het oude stadscentrum is. Het is ook duidelijk te zien dat Tours een studentenstad is. We wandelen verder en bezoeken de abdijkerk ‘St. Julien’ met zijn mooie moderne gebrandschilderde ramen. De Rue Colbert is met zijn kleurrijke winkeltjes de hoofdstraat van het middeleeuwse Tours. Aan de Place Foire le Roi liggen enkele 15e-eeuwse huizen. Iets verderop heb je ‘la maison de la Pucelle Armée’. Volgens een legende zou dit het huisje zijn waar Jeanne d’Arc haar harnas liet smeden voor ze ten strijde trok. Als we iets gegeten hebben lopen we weer naar het station en nemen de trein terug. Tours is een leuke onderbreking na al die kleine rustige dorpjes tot nu, maar we zijn ook weer blij om het achter ons te laten. Het was een mooie dag.
 |  |  |
|---|
Azay-le-Rideau naar Saumur
Dinsdag 26 sept. Vandaag is weer een reisdag. We gaan vandaag van Azay-le-Rideau naar Saumur. Een kleine tachtig kilometer stroomafwaarts. We verlaten ‘Camping Municipal Le Sabot’ een prima camping met goede voorzieningen. Via de D7 rijden we voor een eerste stop naar ‘Rigny Usse’ daar staat het mooie ‘Château Usse’. Het wordt een korte fotostop want als we alle kastelen van binnen moeten gaan bekijken in het Loire Dal dan kunnen we nog wel even.
Het Kasteel van Ussé ligt aan de Indre, een zijrivier van de Loire. Het is gebouwd op een helling en ligt tussen de Indre en het woud van Chinon. Het kasteel heeft door zijn torentjes een sprookjesachtige aanblik. Op naar Chinon. Dit middeleeuws stadje aan de Vienne is een bezoek meer dan waard. We parkeren onze camper op een groot nieuw parkeerterrein speciaal voor campers net buiten het stadje. Vervolgens lopen we naar de imposante burcht die hoog boven het stadje uitsteekt. Aan de voet daarvan ligt het schitterende autovrije middeleeuws stadshart. Kalkstenen panden en mooie vakwerkhuizen sieren het oude centrum. We wandelen over de oude kasseien en laten ons meeslepen door de sfeer.
Op ‘Place Jeanne d’Arc’ kopen we in een boulangerie wat lekkere dingen voor de lunch. Op een bankje midden op het plein, onder oude platanen laten we ons verleiden door al het lekkers. Wat is Chinon een mooie stad en dan heb ik het nog niet eens gehad over de prachtige wijnen die uit deze streek komen. We slenteren verder langs de oever van de Vienne, de belangrijkste zijrivier van de Loire, en gaan de brug over naar de rechteroever, vanwaar we een geweldig uitzicht over de stad hebben met zijn imposante burcht. Het laatste stukje van de rit van vandaag is van Chinon naar Saumur. Hier begint volgens onze reisgids het mooiste stuk van de Loire terwijl we het tot nu toe al geweldig vonden. De voortdurend veranderende kleuren van de Loire-vallei, de traditionele bootjes die dobberen op het water, de wijngaarden van Chinon en Saumur, het heeft allemaal iets magisch. De grotwoningen die we langs de weg zien liggen zijn uniek voor deze regio en bijna uniek in de wereld.Later in de middag komen we aan op ‘Camping Ile D’Offard’, een hele grote camping midden op een eiland in de Loire, pal voor het centrum van Saumur. Kortom een geweldige plek.
 |  |  |
|---|
